1. Maaihoogtestang
7. Draai de andere maaihoogtestangen om de achterkant
van het maaidek hoger of lager te zetten en een correcte
schuinstand te verkrijgen.
8. Draai de contramoeren vast.
Glijders afstellen
Monteer de glijders in de laagste stand als de machine wordt
gebruikt bij een maaihoogte van meer dan 64 mm en in
de hoogste stand als de machine wordt gebruikt bij een
maaistand van minder dan 64 mm.
Om de glijders af te stellen, moet u de flensbout en de moeren
verwijderen. Vervolgens zet u de glijders in de gewenste
positie en monteert u de bevestigingen weer
1. Glijder
Rollen instellen
Opmerking: Als het maaidek wordt gebruikt op de
maaihoogte van 25 of 38 mm, moeten de rollen van het
maaidek worden verplaatst naar de bovenste openingen van
de beugel.
1. Verwijder de schroef en de moer waarmee de rolschacht
vastzit aan de maaidekbeugel
Figuur 11
2. Contramoer
(Figuur
Figuur 12
(Figuur
13).
1. Rol
2. Schuif de schacht uit de onderste beugelopeningen,
lijn de rol uit met de bovenste openingen en monteer
de schacht.
3. Installeer de schroef en moer om vast te zetten.
Ongelijke meshoogte
corrigeren
In verband met verschillen in gazoncondities en de
instellingen van het tegengewicht van de tractie-eenheid, dient
u het maairesultaat te controleren voordat u het volledige
gazon echt gaat maaien.
12).
1. Stel het maaidek in op de gewenste maaihoogte; zie
maaihoogte instellen (bladz.
2. Controleer of de voor- en achterbanden een spanning
van 0,7 bar hebben. Indien nodig moet u ze oppompen
totdat de bandenspanning correct is.
3. Controleer of de banden van alle zwenkwielen een
spanning van 3,4 bar hebben. Indien nodig moet u ze
oppompen totdat de bandenspanning correct is.
4. Controleer op kromme messen; zie
kromme messen (bladz.
5. Maai het gras in een testgebied om te controleren of
alle maaidekken op dezelfde hoogte maaien.
6. Als er nog maaidekken moeten worden afgesteld, zoek
dan een vlak oppervlak met een liniaal van minstens
2 meter.
7. Om het mesvlak gemakkelijker te meten, moet u
de machine in de hoogste maaistand zetten; zie
maaihoogte instellen (bladz.
8. Laat het maaidek neer op een vlak oppervlak. Verwijder
de kappen van de bovenkant van de maaidekken.
9. Draai het mes op elke as totdat de uiteinden in de
lengterichting liggen.
10. Meet de afstand van de grond tot de voorste rand van
het mes.
15
Figuur 13
2. Rolas
13).
Controleren op
21).
13).
De
De