Algemeen overzicht
van de machine
Specificaties
Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Maaibreedte
157 cm en 183 cm
Maaihoogte
Instelbaar van 25 tot 127 mm in stappen van
13 mm.
Nettogewicht
Model 30645–210 kg
Model 30646–225 kg
Werktuigen/accessoires
Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en
accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om
de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden.
Neem contact op met een erkende servicedealer of verdeler.
Originele onderdelen van Toro zijn de beste waarborg van
uw investering en het optimale prestatievermogen van uw
Toro-maaimachine. Om de betrouwbaarheid te verzekeren
levert Toro reserve-onderdelen die volledig voldoen aan
de technische specificaties van onze machines. Kies voor
zekerheid, kies voor originele Toro-onderdelen.
Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de
linker- en rechterzijde van de machine.
De maaihoogte instellen
U kunt de maaihoogte instellen van 25 tot 127 mm, in stappen
van 13 mm. Om de maaihoogte in te stellen, moet u de assen
van de zwenkwielen in de bovenste of onderste openingen
in de zwenkwielvorken plaatsen en vervolgens een gelijk
aantal afstandsstukken toevoegen aan de zwenkwielvorken of
verwijderen. Daarna bevestigt u de maaihoogtekraag aan de
gewenste openingen in de maaihoogtestang.
1. Start de motor en breng het maaidek van de grond. Zet
de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
2. Plaats de assen van de zwenkwielen in dezelfde
openingen in beide zwenkwielvorken. Raadpleeg
Figuur 7
en
Figuur 8
openingen voor de instelling van de maaihoogte zijn.
Opmerking: Als de machine wordt gebruikt bij een
maaihoogte van 64 mm of hoger, moet de asbout
worden geplaatst in de onderste opening van de
zwenkwielvork om te voorkomen dat er zich gras
ophoopt tussen het wiel en de vork. Als u de machine
gebruikt bij een maaihoogte lager dan 64 mm en
ontdekt dat er aangekoekt gras tussen het wiel en
de vork zit, moet u de machine in de tegengestelde
richting laten werken om het maaisel te verwijderen.
3. Verwijder de klemkap van de spilas
de as uit de zwenkwielarm.
4. Plaats de twee opvulstukken (van 3 mm) op de spilas
zoals deze oorspronkelijk waren geplaatst.
Opmerking: Deze opvulstukken zijn nodig om
ervoor te zorgen dat de maaidekken over de gehele
breedte horizontaal staan.
5.
Schuif het benodigde aantal afstandsstukken van
13 mm op de spilas om de gewenste maaihoogte te
bereiken; schuif daarna de klemring op de as.
Raadpleeg
Figuur 7
de combinaties van afstandsstukken voor de instelling
zijn.
13
om vast te stellen wat de correcte
(Figuur
7) en schuif
en
Figuur 8
om vast te stellen wat