3. Zoek de 3 hydraulische slangen en poorten. Raadpleeg
Figuur 5
voor de juiste poort voor de slangen. Voer de
volgende stappen uit voor elke aansluiting:
A. Verwijder de slangplug.
B. Verwijder de dop van de poort.
C. Koppel de slang aan op de poort.
D. Draai alle slangaansluitingen vast.
4. Leid alle slangen op de juiste manier, reinig de
aansluitingen en draai de slangen vast. Bewaar de plugs
van de slangen en de poortdoppen om deze later te
gebruiken.
5. Gebruik de bijgeleverde kabelbinders om de slangen te
bevestigen.
6. Til het bestuurdersplatform op de tractie-eenheid op
en sluit de elektrische connector van de maaidekklep
aan
(Figuur
6).
1. Elektrische poort van maaidekklep
7. Controleer het peil van de vloeistoffen, bevestig het
bestuurdersplatform op de tractie-eenheid en ga na of
het maaidek naar behoren werkt.
6
De machine smeren
Geen onderdelen vereist
Procedure
Om een goede smering te garanderen, dient u de machine te
smeren voordat u aan de slag gaat; zie
1
g017952
Figuur 6
Smering (bladz.
Als u de machine niet naar behoren smeert, zullen onderdelen
vroegtijdig stukgaan.
17).
12