Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Trotec T3000 Bedieningshandleiding pagina 54

Multifunctiemeetapparaat
Verberg thumbnails Zie ook voor T3000:
Inhoudsopgave

Advertenties

Meting uitvoeren met spoorgassensor
1. Voor aanvang van de meting de maximale
gevoeligheid instellen (LED 3 tm. 7 branden).
– Voor aanvang van een meting is de
lekkagewaarde van de weglekkende waterstof
nog niet bekend. Is de maximale gevoeligheid
ingesteld, worden ook de meest geringe
waterstofhoeveelheden gedetecteerd.
2. Onderzoek
de
waterstofconcentraties.
– De weergave op het kleurendisplay van het
multifunctiemeetapparaat T3000 geeft een
stijgende waarde, als u een zone nadert met
een hogere waterstofconcentratie. Daarnaast
geeft de spoorgassensor een signaaltoon, die
bij een stijgende meetwaarde met een
toenemende frequentie en met kortere
intervallen klinkt.
– De weergave op het kleurendisplay van het
multifunctiemeetapparaat T3000 geeft een
dalende waarde, als u een zone met een
hogere waterstofconcentratie verlaat. De
signaaltoon van de spoorgassensor klinkt met
langere intervallen
frequentie.
3. Regel de gevoeligheid tijdens de meting,
afhankelijk van de omstandigheden op locatie.
53
omgeving
op
verhoogde
en een afnemende
Bedieningshandleiding – multifunctiemeetapparaat T3000
Gedifferentieerde indicatieve meting
1. Druk twee seconden op de toets CAL (302) van de
sensor, om de actuele H
vast te leggen als nieuwe referentiewaarde. In het
veld "Waterstof 2" wordt direct na een zero-reset
de waarde 0,0 weergegeven.
– Een kort waarschuwingssignaal bevestigt de
keuze van de nieuwe referentieconcentratie.
– Op
het
multifunctiemeetapparaat T3000 worden op
het Scherm "Meetmodus – Waterstof" tegelijk
twee
verschillende
weergegeven:
"Waterstof 1" toont de waarde sinds de
aanvang van de meting.
"Waterstof 2" toont de geactualiseerde waarde
op basis van de omgevingsconcentratie bij de
laatste zero-reset.
Bij de gedifferentieerde indicatieve meting reageert
de
spoorgassensor
waterstofconcentraties in de omgeving op de meest
geringe wijzigingen in de waterstofconcentratie.
Bereikt u omgevingen met hogere of geringere
waterstofconcentraties, wijzigt de weergegeven
meetwaarde in de onderste meetwaardeweergave op
het Scherm "Meetmodus – Waterstof" ten opzichte
van de referentiewaarde. Bij een toenemende
waterstofconcentratie stijgt deze. Bij een dalende
waterstofconcentratie daalt de waarde tot minimaal
0,0.
Als uitgangspunt voor de signaaltoonintervallen geldt
niet meer de basiswaarde, maar de gekozen
referentiewaarde.
Door
de
combinatie
referentiewaarde,
evenals
werkwijze, kunt u de locatie van de waterstoflekkage
ook onder ongunstige omstandigheden lokaliseren.
-omgevingsconcentratie
2
kleurendisplay
van
meetwaarden
ook
bij
van
basiswaarde
een
systematische
het
hogere
en
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave