A.
49
50
51
52
53
54
55
B.
NL
56
57
C.
Bedieningshandleiding – multifunctiemeetapparaat T3000
49 Keuze bij aangesloten SDI-sensor (zie scherm B.):
Geen materi-
Er wordt een verstoringsvrije, indicatieve (digit)
aal:
meting uitgevoerd.
Anhydride
Er wordt een bouwvochtigheidsmeting uitgevoerd
vloer:
voor een anhydrietdekvloer (met SDI-sensor
TS 660 SDI). De meetresultaten (indicatief) in M%
en CM%, worden op basis van een voor dit materi-
aal geschikte formule bepaald.
Cement
Er wordt een bouwvochtigheidsmeting uitgevoerd
vloer:
voor een cementdekvloer (met SDI-sensor
TS 660 SDI). De meetresultaten (indicatief) in M%
en CM%, worden op basis van een voor dit materi-
aal geschikte formule bepaald.
Keuze bij aangesloten BNC-elektrode (zie scherm A.):
Geen materi-
Er wordt een weerstandsmeting uitgevoerd.
aal:
50 Bij de keuze "Geen materiaal" (met BNC-elektrode):
Digits:
Dimensieloze weergave van de meetwaarde; hoe
kleiner de gemeten elektrische weerstand, hoe
hoger het vochtgehalte in het materiaal is en hoe
hoger de digit-waarde.
Bij keuze "Anhydride vloer" of "Cement vloer" (met SDI-
sensor TS 660 SDI):
M%:
Toont de meetwaarde in massaprocent (relatieve
massa vochtigheid van de totale massa).
CM%:
Toont de meetwaarde volgens de calciumcarbid-
methode.
51 Reset de bij 53 weergegeven meetwaarden weer naar nul.
52 Bepaalt de weergave van de meetwaarden bij 53 (zie scherm
C.):
Minimum:
Toont altijd de laagst gemeten meetwaarde binnen
een meetperiode.
Maximum:
Toont altijd de hoogst gemeten meetwaarde binnen
een meetperiode.
Gemiddeld: Toont altijd de gemiddelde waarde van alle geme-
ten meetwaarde binnen een meetperiode.
Vasthouden: Zorgt voor het vasthouden van de gemeten meet-
waarde en toont deze permanent (zolang deze optie
is geselecteerd).
Uit:
Schakelt de weergave bij 53 uit.
53 Toont de meetwaarden volgens de keuze bij 52:
Minuten:
Duur van de meetinterval
M%:
Toont de meetwaarde in massaprocent (bijv. als
gemiddelde waarde) (relatief massa-aandeel voch-
tigheid van de totale massa).
CM%:
Toont de meetwaarde (bijv. als gemiddelde waarde)
volgens de calciumcarbid-methode.
54 Voert een matrixmeting uit (zie scherm D., pagina A - 17).
55 Bepaalt het meetbereik in hoogte x breedte, evenals de grens-
waarde voor het alarmsignaal (zie scherm E. en scherm F.,
pagina A - 18).
56 Voert gedurende een vooraf bepaalde registratie-interval een
automatische meting uit. De registratie-interval kan in het vol-
gende scherm worden gedefinieerd (zie scherm G. en scherm H.,
pagina A - 19).
16