Meting met spoorgassensor voorbereiden
(opwarmfase)
1. Zorg
dat
de
multifunctiemeetapparaat T3000 correct met
elkaar zijn verbonden.
2. Zorg dat het multifunctiemeetapparaat T3000 is
ingeschakeld.
Gevaar door hete oppervlakken!
De zilverkleurige sensorbeschermkap
(sinterfilter) van de spoorgassensor verhit
zich tijdens gebruik tot een temperatuur
die ca. 40 °C boven de betreffende
omgevingstemperatuur ligt.
Raak de sensorbeschermkap niet aan.
Na het inschakelen wordt de spoorgassensor ca. 1
minuut tot ca. 600 °C opgewarmd – onafhankelijk van
de positie van de keuzeschakelaar "Gevoeligheid".
Tijdens de opwarmfase voert de spoorgassensor een
zelfkalibratie uit voor het bepalen van de basiswaarde
voor de waterstofconcentratie in de omgeving.
3. Zorg
tijdens
spoorgassensor niet in de buurt van een
relevante waterstofbron komt. Anders kan de
verhoogde
waterstofconcentratie
zelfkalibratie beïnvloeden.
Tijdens het opwarmen daalt de weergegeven waarde
"Waterstof 2" op het kleurendisplay van het
multifunctiemeetapparaat T3000 van 50 naar 0. Bij
het bereiken van de nulwaarde in de spoorgassensor
klaar voor gebruik.
45
spoorgassensor
en
de
opwarmfase
dat
Bedieningshandleiding – multifunctiemeetapparaat T3000
Heeft u de signaaltoon van de spoorgassensor
gedeactiveerd (keuzeschakelaar "Gevoeligheid" in
positie 6), wordt het einde van de opwarmfase
het
gesignaleerd met een korte waarschuwingstoon. De
spoorgassensor is klaar voor gebruik.
Heeft u de signaaltoon van de spoorgassensor
geactiveerd (keuzeschakelaar "Gevoeligheid" in
positie 1-5), klinkt deze waarschuwingstoon bij het
einde van de opwarmfase niet. Dat de sensor klaar
voor gebruik is, wordt automatisch één keer per
seconde aangegeven door een signaaltoon.
de
de
NL