Vervolgens keert de gebruiker terug naar omgeving 3.
De bovenste weergave geeft hier ten opzichte van de
basiswaarde de meetwaarde 0, de onderste weergave
echter ten opzichte van de referentiewaarde de
meetwaarde -100.
Nog steeds in omgeving 3, voert de gebruiker
opnieuw een gedifferentieerde indicatieve meting uit.
De meetwaardeweergave van de referentiewaarde
wisselt nu van -100 naar 0, omdat deze omgeving als
nieuwe referentiewaarde is bepaald. Daarna betreedt
de gebruiker de omgeving 2. Hier toont de bovenste
weergave, net als bij de aanvang de meetwaarde 100,
omdat de basiswaarde niet is gewijzigd. Op basis van
de nieuwe gedifferentieerde indicatieve meting in
omgeving 3 en zo met een nieuwe vastlegging van de
referentiewaarde,
meetwaardeweergave nu echter in omgeving 2 een
meetwaarde van 200.
Opmerking:
De correlatie van meetwaardeweergave en H
concentratie is niet lineair, maar logaritmisch. De
weergegeven digit-waarde komt niet automatisch
overeen met de ppm-waarde!
Praktijkvoorbeeld
De meetlocatie bevindt zich in een kelder van een
huis. Een drukwaterleiding is via een vooraf
uitgevoerde druktest als te controleren element
bepaald en leidt in totaal door drie kelderruimten,
waarvan geen enkele een raam heeft.
Na het spoelen van de leiding met lucht met een
compressor en het daarna aanbrengen van het
testgas, zal het testgas weglekken op de locatie van
het lek. Deze locatie moet worden gevonden. Omdat
geen vochtige plekken zichtbaar zijn in de vloer,
moeten
alle
ruimten
gecontroleerd.
NL
toont
de
onderste
individueel
worden
Bedieningshandleiding – multifunctiemeetapparaat T3000
De
eerste
meting
kelderruimte 1 – zonder resultaat. Na ca. 5 minuten
vindt eveneens een meting zonder resultaat plaats in
kelderruimte 2. De lekkage moet zich daarom in
kelderruimte 3 bevinden. Na 10 minuten betreedt de
gebruiker
de
met
kelderruimte. Het apparaat geeft een
basisuitslag en geeft signaaltonen met een hoge
frequentie.
Omdat de ruimte niet kan worden geventileerd, moet
de lekkage worden gevonden bij de heersende, hoge
H
-concentratie.
2
Hiervoor wordt een referentiewaarde via de
gedifferentieerde indicatieve meting geactiveerd (zie
hoofdstuk "Gedifferentieerde indicatieve meting").
Daardoor wordt door de gebruiker een actieve
compensatie naar de H
uitgevoerd.
Deze
referentiewaarde 0.
-
2
Bij naar boven afwijkende concentraties, bijvoorbeeld
direct boven of in de buurt van de lekkage, reageert
het apparaat weer met de betreffende toonhoogte en/
of waardetoename.
Ook de werking van de gevoeligheidsregelaar met de
zes instelmogelijkheden blijft volledig behouden.
Zo kan de hoogste H
omgevingen worden gelokaliseerd die al zijn verrijkt
met testgas.
heeft
plaatsgevonden
spoorgas
verrijkte
-omgevingsconcentratie
2
wordt
aangenomen
-concentratie zelfs in
2
in
derde
hoge
als
48