Meting uitvoeren met spoorgassensor
1. Zet voor aanvang van een meting de
keuzeschakelaar "Gevoeligheid" in positie 5.
– Voor aanvang van een meting is de
lekkagewaarde van de weglekkende waterstof
nog niet bekend. Staat de keuzeschakelaar
"Gevoeligheid" in positie 5, worden al de
meest
geringe
herkend.
2. Onderzoek
de
waterstofconcentraties.
– De weergave op het kleurendisplay van het
multifunctiemeetapparaat T3000 geeft een
stijgende waarde, als u een zone nadert met
een hogere waterstofconcentratie. Daarnaast
geeft de spoorgassensor een signaaltoon, die
bij een stijgende meetwaarde met een
toenemende frequentie en met kortere
intervallen klinkt.
– De weergave op het kleurendisplay van het
multifunctiemeetapparaat T3000 geeft een
dalende waarde, als u een zone met een
hogere waterstofconcentratie verlaat. De
signaaltoon van de spoorgassensor klinkt met
langere intervallen
frequentie.
3. Regel de positie van de keuzeschakelaar
"Gevoeligheid" tijdens de meting, afhankelijk van
omstandigheden op locatie.
Opmerking:
Bij standaardbedrijf is het niet mogelijk meetwaarden
onder de basiswaarde (negatieve meetwaarden) weer
te geven.
Om
zones
te
onderzoeken
waterstofconcentratie onder de basiswaarde ligt,
moet u gebruik maken van de gedifferentieerde
indicatieve meting met de toets "Reset" (zie
hoofdstuk "Gedifferentieerde indicatieve meting").
NL
hoeveelheden
waterstof
omgeving
op
verhoogde
en een afnemende
waarbinnen
Bedieningshandleiding – multifunctiemeetapparaat T3000
Gedifferentieerde indicatieve meting
1. Druk op het BatteryPack op de toets "Reset" om
de
actuele
referentiewaarde vast te leggen.
– Een kort waarschuwingssignaal bevestigt de
keuze van de nieuwe referentiewaarde.
– Op
het
multifunctiemeetapparaat T3000 worden op
het Scherm "Meetmodus – Waterstof" tegelijk
twee
weergegeven.
Bij de gedifferentieerde indicatieve meting reageert
de
spoorgassensor
waterstofconcentraties in de omgeving op de meest
geringe wijzigingen in de waterstofconcentratie.
Bereikt u omgevingen met hogere of geringere
waterstofconcentraties, wijzigt de weergegeven
meetwaarde in de onderste meetwaardeweergave op
het Scherm "Meetmodus – Waterstof" ten opzichte
van de referentiewaarde. Bij een toenemende
waterstofconcentratie stijgt deze. Bij een dalende
waterstofconcentratie
meetwaarden weergegeven ten opzichte van de
referentiewaarde.
Als uitgangspunt voor de signaaltoonintervallen geldt
niet meer de basiswaarde, maar de gekozen
referentiewaarde.
Door
de
combinatie
referentiewaarde,
werkwijze, kunt u de locatie van de waterstoflekkage
ook onder ongunstige omstandigheden lokaliseren.
de
meetwaarde
als
kleurendisplay
verschillende
meetwaarden
ook
bij
worden
ook
van
basiswaarde
evenals
een
systematische
nieuwe
van
het
hogere
negatieve
en
46