5.7
Speciale parameters (uitgebreide instellingen)
De speciale parameters (P1 tot Pn) worden gebruikt voor de klantenspecifieke configuratie van
apparaatfuncties. De gebruiker beschikt daarmee over een grote mate van flexibiliteit ter optimalisering
van eigen behoeften.
Deze instellingen worden niet direct op de apparaatbesturing uitgevoerd omdat het regelmatig instellen
van deze parameters over het algemeen niet wordt vereist. Het aantal selecteerbare speciale parameters
kan afhankelijk van de gebruikte apparaatbesturing voor het lassysteem verschillen (zie de
desbetreffende standaard gebruikshandleiding). Indien gewenst kan men de speciale parameters
terugzetten naar de fabrieksinstellingen > zie hoofdstuk 7.4.
5.7.1
Selectie, wijziging en opslag van parameters
Display
099-005542-EW505
23.02.2018
0
l
Instelling / selecteren
Aanvoertijd invoeren draad/draad terugtrekken
0 = -------- normale draadinvoer (10 sec. aanvoertijd)
1 = snelle draadinvoer (3 sec. aanvoertijd) (af fabriek)
4T en 4Ts-tipstart
0 = -------- geen 4-takt tipstart (Af fabriek)
1 = -------- 4-takt tipstart mogelijk
Afstandsbedieningscodering (Frc)
0----------- Automatische afstandsbedieningsdetectie (af fabriek)
2----------- Afstandsbedieningscodering voor aanvullende componenten met slechts een
draaiknop
9----------- Afstandsbedieningscodering voor aanvullende componenten met slechts twee
knoppen of een tuimelschakelaar
1,3-8 ----- geen afstandsbedieningscodering
10-15 ----- geen afstandsbedieningscodering
Speciale parameters (uitgebreide instellingen)
+
Afbeelding 5-45
Opbouw en functie
57