a. Terwijl u de zijkanten van het gereedschap en de systeemprocessormodule vasthoudt, trekt u
deze voorzichtig uit de lade voor de systeemprocessormodule. Vervolgens draait u deze om, zo-
dat de zijde van de systeemprocessormodule boven ligt.
b. Zorg ervoor dat beide klemmen (A) de systeemprocessormodule stevig vasthouden, zoals in Fi-
guur 98.
Opmerking: Als de systeemprocessormodule niet stevig vastzit, duwt u op de hoek van de
systeemprocessormodule die het dichtste bij de klem zit, totdat deze vastklikt. Raak alleen de
hoeken van de systeemprocessormodule aan.
Figuur 98. Installatie van de systeemprocessormodule voorbereiden
5. Installeer de systeemprocessormodule:
a. Als stof of vuil aanwezig is in de aansluiting voor de systeemprocessor, kunt u de aansluiting
schoonmaken met de meegeleverde luchtpomp (onderdeelnummer 45D2645). Blaas kleine
luchtstoten vanaf het midden naar de zijkanten van de aansluiting, zoals in Figuur 99 op pagina
98.
Onderdelen verwijderen en terugplaatsen
97