De juiste temperatuur
Om levensmiddelen te bewaren, is het
zeer belangrijk, dat u de juiste tempera-
tuur instelt. Levensmiddelen kunnen
door micro-organismen snel bederven.
Als u de juiste temperatuur instelt, voor-
komt of vertraagt u dat proces. De tem-
peratuur heeft invloed op de snelheid
waarmee de micro-organismen groeien.
Als de temperatuur daalt, gaan deze
processen langzamer.
De temperatuur in het koelapparaat
stijgt als:
- de deur van het apparaat vaker en lan-
ger open is
- er meer levensmiddelen worden opge-
slagen
- de vers opgeslagen levensmiddelen
warmer zijn
- de omgevingstemperatuur van het
koelapparaat hoger is. Het koelappa-
raat is geconstrueerd voor een be-
paalde klimaatklasse. Een klimaatklas-
se is een temperatuurbereik waar de
kamertemperatuur niet boven of on-
der mag liggen.
24
... in de koelzone
Voor de koelzone adviseren wij een koel-
temperatuur van 4 °C.
... in het vriesvak
(afhankelijk van het model)
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en langdurig te bewaren, moet de tem-
peratuur -18 °C zijn. Bij deze tempera-
tuur wordt de groei van micro-organis-
men grotendeels gestopt. Zodra de tem-
peratuur tot boven -10 °C stijgt, begint
de ontbinding door micro-organismen
en zijn de levensmiddelen minder lang
houdbaar. Daarom mogen (gedeeltelijk)
ontdooide levensmiddelen pas weer
worden ingevroren, nadat ze zijn ver-
werkt (koken of bakken/braden). Door
de hoge temperaturen worden de mees-
te micro-organismen gedood.