Pagina 1
Controlbox MID met een HMI T-control voor Gas 120 ACE-ketel...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden.
Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers onmiddellijk. Wijzigingen Wijzigingen in de ketel mogen alleen worden uitgevoerd na schriftelijke toestemming van Remeha. MID _HMI T-control - Gas 120 ACE 7717199 - v02 - 11032019...
1 Veiligheid Aansprakelijkheden 1.3.1 Aansprakelijkheid van de fabrikant Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde richtlijnen. Ze worden daarom afgeleverd met de -markering en eventueel noodzakelijke documenten. In het belang van de kwaliteit van onze producten brengen wij doorlopend verbeteringen aan.
Pagina 8
1 Veiligheid Laat de benodigde inspecties en onderhoud uitvoeren door een erkend installateur. Bewaar de handleidingen in goede staat en in de buurt van het apparaat. MID _HMI T-control - Gas 120 ACE 7717199 - v02 - 11032019...
2 Gebruikte symbolen Gebruikte symbolen In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Normen & richtlijnen Dit product voldoet aan de eisen van de volgende Europese richtlijnen en normen: Normen: EN15502 Richtlijn betreffende de rendementseisen 92/42/EEG Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EG Generieke norm: EN 60335-1 Relevante norm: EN 60335-2-102 EMC-richtlijn 2014/30/EU Generieke normen: EN 61000-6-3, EN 61000-6-1 Relevante norm: EN 55014...
3 Technische specificaties Elektrisch schema 3.2.1 Elektrisch schema van de MID-regeleenheidHMI T- control Afb.3 10 A 230V/50Hz CB-09 IF-01 SCB-02 230V 12 11 MW-2000917-01 1 MID bedieningspaneelHMI T-control BL Blauw 2 Service connector, waarmee monteurs kunnen BR Bruin werken aan de apparatuur G/Y Groen/Geel 3 Aansluiting 230 V-netvoeding met 10 A zekering YE Geel...
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Algemene beschrijving De controlbox dient om de werking van een Gas 120 ACE-ketel te regelen. De box is voorzien van een HMI T-control-bedieningspaneel. Voornaamste componenten Afb.4 1 Beschermkap 2 Aan/uit-schakelaar 3 HMI T-control bedieningspaneel...
4 Beschrijving van het product Belangrijk Als de ketel wordt uitgerust met de SCB-02-print, dan wordt deze automatisch herkend door de besturingsautomaat van de ketel. Bij het verwijderen van deze print zal de ketel een storingscode tonen. Voorkom deze storing door direct na het verwijderen van deze print een automatische detectie uit te voeren.
4 Beschrijving van het product Opgelet Sluit geen vorstthermostaat of kamerthermostaat aan op de ketel bij toepassing van de 0-10 V besturingsprint. Beschrijving van het bedieningspaneel 4.4.1 Beschrijving van de gebruikersinterface Afb.8 1 Draaiknop om een menu of instelling te selecteren 2 Validatieknop 3 Toets om terug te keren naar het vorige niveau of vorige menu...
4 Beschrijving van het product Vorstbeveiligingsmodus Afwijking sanitair warm water Pictogrammen zone Alle zones Standaardlevering Het pakket bevat: Een complete controlbox voor een Gas 120 ACE-ketel Twee bevestigingsbouten met twee tandveerringen Een buitentemperatuursensor Een installatie-, gebruikers- en servicehandleiding voor de controlbox Accessoires en opties Een gedetailleerde lijst van accessoires en opties vindt u in onze catalogus.
5 Installatie Installatie Installatievoorschriften Opgelet Het apparaat moet worden geïnstalleerd en onderhouden door een erkende installateur in overeenstemming met de geldende voorschriften en volgens de regels van de kunst. De controlbox uitpakken en monteren Opgelet Draag handschoenen bij het hanteren van de controlbox. Afb.10 1.
Pagina 17
5 Installatie Afb.12 5. Verwijder de deur aan de voorzijde. MW-2000680-03 Afb.13 6. Verwijder de twee bevestigingsschroeven van het bovenpaneel aan de voorzijde. MW-6000762-01 Afb.14 7. Open de kap op de controlbox. 90º MW-6000763-02 Afb.15 8. Breng de taps toelopende vergrendelingen op één lijn met de inkepingen op de controlbox.
Pagina 18
5 Installatie Afb.16 9. Bevestig de box en schuif hem naar voren. 10. Zet de box vast met de twee schroeven en kartelringen uit de zak die bij de handleiding zit. MW-6000765-02 Afb.17 11. Kantel de unit achterover. 12. Sluit de twee connectors van de ketel aan op de connectors op de controlbox.
5 Installatie Elektrische aansluitingen 5.3.1 Aanbevelingen De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos worden uitgevoerd en alleen door erkende installateurs. Leg het apparaat aan de aarde vóór het maken van elektrische verbindingen. Sluit het apparaat aan op een circuit dat voorzien is van een omnipolige schakelaar met een contactopeningsafstand van 3 mm of meer.
5 Installatie 5.3.4 Kabelgeleiding en toegang tot de aansluitklemmenstroken Afb.21 1. Ontgrendel de deur aan de voorzijde. 2. Kantel de deur, til hem op en verwijder hem. MW-2000830-02 Afb.22 3. Verwijder de twee schroeven en demonteer het bovenpaneel aan de achterzijde.
5 Installatie 5. Zorg ervoor dat de kabelgeleiding correct is en bevestig de kabel(s) met de trekontlasters. Afb.24 230 V 230V-circuits (links) Sensor Sensorcircuits (rechts) Gevaar Houd de sensorkabels gescheiden van de 230 V stroomkabels. 6. Sluit de netvoedingskabel van de ketel aan. 230V 230V Sensor...
2. Sluit de vorstthermostaat (Tv) en de aan/uit-thermostaat (Tk) parallel aan op de klemmen R-Bus van de aansluitconnector. Waarschuwing Bij toepassing van een Remeha eTwist of een OpenTherm MW-2000921-01 thermostaat mag er geen vorstthermostaat parallel op de klemmen R-Bus aangesloten worden. Waarborg in dit geval de vorstbeveiliging van de cv-installatie in combinatie met een buitensensor.
5 Installatie 5.3.10 Blokkerende ingang Afb.30 op CB-09 De ketel is voorzien van een blokkerende ingang (normaal gesloten contact). Deze ingang is uitgevoerd op de klemmen BL van de aansluitconnector. Als dit contact geopend wordt, dan gaat de ketel in blokkering of Tout vergrendeling.
5 Installatie 5.3.14 Een PWM pomp aansluiten Afb.34 op CB-09 1. Sluit de modulerende pomp aan op de X4-klem voor het voedingsdeel en op de PWM-klem voor het besturingsdeel of de pomppolariteit. CB-09 Tout - MW-2000878-02 5.3.15 Een standaardpomp aansluiten Afb.35 op CB-09 1.
5 Installatie Afb.36 SWW-pomp connector Sluit de pomp als volgt aan: Aarde N Nulleider L Fase AD-4000123-01 5.3.17 Aansluiten van een driewegklep Aansluiten van een driewegklep (230 VAC). De aansluiting kan gebruikt worden voor een ketelgroep (zone). Afb.37 Driewegklep connector Sluit de driewegklep als volgt aan: Aarde N Nulleider...
5 Installatie Opgelet Gebruik, indien mogelijk, het pompmodulatiesignaal. Dit geeft de meest nauwkeurige pompbesturing. Wanneer de branderautomaat geen pompmodulatie ondersteunt, zal de pomp zich gedragen als een aan/uit pomp. 5.3.21 Aansluitmogelijkheden van de uitbreidingsprint IF-01 Afb.41 IF-01 print De IF-01 uitbreidingsprint is bij de standaardlevering in de instrumentenbox ingebouwd.
Pagina 27
5 Installatie Afb.42 Jumper (2) omzetten Het 0 - 10 V signaal regelt de ketelaanvoertemperatuur. Deze regeling is modulerend op de aanvoertemperatuur. Het vermogen varieert tussen de minimale en maximale waarde op basis van het door de regelaar berekende aanvoertemperatuur setpunt. Door middel van een jumper (2) op de interface wordt gekozen voor temperatuursturing ( ) of vermogenssturing (%).
5 Installatie 5.3.22 PC/laptop aansluiten Afb.44 Interfacestekker aansluiten Naast het bedieningspaneel zit een Service connector. Met behulp van een Recom interface kan hier een PC, laptop of een Smart Service Tool worden aangesloten. Samen met de Recom PC/Laptop service software kunt u diverse ketelinstellingen inlezen, veranderen en uitlezen.
6 Aansluitschema's en configuratie Aansluitschema's en configuratie Fabrieksinstellingen voor circuits Af fabriek worden de verschillende circuits ingesteld zoals aangegeven in de tabel. U kunt deze configuratie wijzigen en deze aanpassen op uw installatie zoals hier beschreven als richtlijn. Tab.7 Circuit Circuittype Specificaties CIRCA...
Pagina 30
6 Aansluitschema's en configuratie Belangrijk Voor deze aansluiting voldoen alle fabrieksinstellingen van de SCB-02. MID _HMI T-control - Gas 120 ACE 7717199 - v02 - 11032019...
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen De inbedrijfstellingsprocedure moet worden uitgevoerd als de ketel voor de eerste keer in gebruik wordt genomen, als de ketel langdurig niet is gebruikt (meer dan 28 dagen) of na voorvallen die een volledige herinstallatie van de ketel vereisen. In bedrijf stellen van de ketel staat de gebruiker toe de verschillende instellingen en de uit te voeren controles om de ketel in alle veiligheid op te starten, te beoordelen.
7 Inbedrijfstelling 7.3.1 De druk in het gascircuit instellen Afb.46 1 Gas 120 ACE - 45 Gas 120 ACE - 65 Gas 120 ACE - 90 2 Gas 120 ACE - 115 Waarschuwing Zorg dat de ketel uitgeschakeld is. Stel de ketel niet in bedrijf als de geleverde gassoort niet overeenkomt met de goedgekeurde gassoorten voor de ketel.
7 Inbedrijfstelling Starten en uitschakelen van de ketel 7.6.1 Inbedrijfstelling Opgelet De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur. Bij gebruik van een ander type gas, bijv. propaan, moet de ketel aangepast worden voordat de ketel aangezet wordt. 1.
Pagina 34
7 Inbedrijfstelling Belangrijk Indien de ketel wordt aangepast voor bijvoorbeeld: G31 (propaan) Dan moet dit vermeld worden op de meegeleverde sticker: Dit CV- toestel is ingesteld voor ..Deze sticker moet bovenop de ketel naast de typeplaat geplakt worden. Voer voor werking met een andere gassoort de volgende handelingen uit: Tab.9 In geval van werking op propaan Type ketel...
Pagina 36
7 Inbedrijfstelling Uitvoeren vollasttest 1. Selecteer het pictogram [ Het Verander de belastingteststand menu verschijnt. 2. Selecteer de test Maximaal vermogen CV. Afb.49 Vollasttest A Verander de belastingteststand B Maximaal vermogen CV De vollasttest begint. De geselecteerde laadtestmodus wordt weergegeven in het menu en het pictogram verschijnt rechtsboven in het scherm.
Pagina 37
7 Inbedrijfstelling Waarden bij vollast voor G31 (Propaan) (1)(2) Gas 120 ACE - 90 4,9 - 5,2 10,3 - 10,5 Gas 120 ACE - 115 4,9 - 5,4 10,2 - 10,5 (1) Nominale waarde (2) Waarden gegeven als richtlijn Tab.19 Waarden bij vollast voor G30/G31 (butaan/propaan) (1)(2) Gas 120 ACE - 45...
Pagina 38
7 Inbedrijfstelling Waarden bij laaglast voor G20 (H-gas) (1)(2) Gas 120 ACE - 90 - 5,2 8,8 - 9,0 Gas 120 ACE - 115 - 6,1 8,3 - 8,6 (1) nominale waarde (2) Waarden gegeven als richtlijn Tab.21 Waarden bij vollast voor G25.3 (K-gas) (1)(2) Gas 120 ACE - 45 - 6,0...
7 Inbedrijfstelling Afb.52 5. Stel met behulp van afstelschroef B het percentage O van de toegepaste gassoort in op de nominale waarde. Maar in ieder geval binnen de hoogste en laagste instelgrens. Laat de druk ongeveer 60 seconden stabiliseren na elke wijziging van de instelling.
Pagina 40
7 Inbedrijfstelling 3. Plaats de frontmantel terug. 4. Voer de CV-installatietemperatuur op tot ongeveer 50°C. 5. Schakel de ketel uit. 6. Ontlucht de cv-installatie na circa 10 minuten. 7. Controleer op lekdichtheid (hydraulisch circuit, gascircuit, enz.). 8. Controleer of de keteluitrusting correct werkt. 9.
8 Werking Werking Definitie zone en activiteit 8.1.1 Zone Afb.53 Term gebruikt voor de verschillende hydraulische circuits CIRCA,CIRCB, ..Het bepaalt de diverse ruimtes die door hetzelfde circuit worden bediend. Tab.26 Voorbeeld In de fabriek ingestel Positienr. Zone de naam Zone 1 CIRCA Zone 2...
8 Werking 1. Selecteer het Vakantieprogramma pictogram. 2. Stel de volgende parameters in: Tab.28 Parameter Beschrijving Startdatum vakantie Stel de datum en de tijd in voor het begin van de afwezigheidsperiode. Einddatum vakantie Stel de datum en de tijd in voor het einde van de afwezigheidsperiode. Gewenste kamertemperatuur tijdens vakantie Stel de gewenste kamertemperatuur in voor de afwezigheidsperiode.
8 Werking 3. Selecteer Gebruiksvriendelijke naam groep. 4. Wijzig de naam van de zone (maximaal 20 tekens). 5. Selecteer Pictogr weerg groep. 6. Wijzig het gekoppelde symbool. Tab.31 Af fabriek ingestelde naam en symbool Door de klant ingestelde naam en symbool CIRCB Kamertemperatuur voor een zone 8.7.1...
8 Werking 8.7.4 Tijdprogrammering voor verwarming Inschakelen klokprogrammamodus Om de klokprogramma's te kunnen gebruiken, moet de klokprogramma (Klokprogramma) modus worden ingeschakeld. Deze wordt voor elke zone afzonderlijk geactiveerd. 1. Selecteer het pictogram voor de te wijzigen zone, , bijvoorbeeld. 2. Selecteer Zoneconfiguratie > Actuele modus groep > Klokprogramma. Instellen van een klokprogramma voor verwarming Met een klokprogramma kunt u de kamertemperatuur variëren afhankelijk van de activiteiten van die dag.
8 Werking 2. Selecteer de gewenste bedrijfsmodus: Tab.33 Functie Beschrijving Selectie van een klokprogramma Klokprogramma De temperatuur van het sanitair warm water blijft voortdurend op de com Handmatig forttemperatuur De productie van sanitair warmwater wordt voor bepaalde duur geforceerd Warmwaterboost zodat de comforttemperatuur wordt gehandhaafd.
Pagina 46
8 Werking Afb.56 2. Selecteer Zoneconfiguratie> SWW klokprogramma. 3. Selecteer het klokprogramma dat u wilt wijzigen. 14 : 23 Zo... Zone setup... DHW1: DHW Schedule Activiteiten die voor zondag zijn gepland worden weergegeven. Sunday De laatste activiteit van een dag is geldig tot de eerste activiteit op 6:00 Comfort 55.0°C...
9 Instellingen Instellingen Toegang tot het installateursniveau Sommige parameters die de werking van het apparaat kunnen beïnvloeden zijn beveiligd door een toegangscode. Alleen de installateur mag deze parameters wijzigen. Voor toegang tot het installateursniveau: 1. Selecteer het pictogram. 2. Voer code 0012 in. Het Installateursniveau is actief .
9 Instellingen Afb.58 3. Stel de volgende parameters in: ° C Parameters Beschrijving Groep droogtijd Aantal dagen voor drogen (1) Begintemp.drogen Begintemperatuur voor het drogen (2) Stoptemp.drogen Eindtemperatuur voor het drogen (3) Het programma voor het drogen van de vloer wordt gestart en blijft werken 00:00 00:00 00:00...
9 Instellingen 3. Selecteer Bevestigen om de instellingen op te slaan. Als u de instellingen voor inbedrijfstelling hebt opgeslagen, wordt de optie Terug naar instellingen bij inbedrijfstelling beschikbaar in de Geavanceerd servicemenu. Resetten of herstellen van de parameters. 9.7.1 Resetten na vervangen van de printplaat Configuratienummers moeten worden gereset wanneer de ketel of de branderveiligheidsunit PCB is vervangen.
Toestelinformatie Informatie over de ketel CU-GH-08 Informatie over de CPU-kaart van de ketel MK3 - HMI T-control Informatie over het bedieningspaneel SCB-02 Informatie over de printplaat die de zones voor verwarming en sanitair warm water bestuurt CB-09 Informatie over de printplaat voor de in- en uitgangsregeling...
Pagina 51
9 Instellingen Fabrieks Parameter Tekstweergave Beschrijving instelling CP021 Groepfunctie Functionaliteit van de groep Instelbereik: 0 = Uitschakelen 1 = Direct 2 = Menggroep 3 = Zwembad 4 = Hoge temperatuur 5 =Ventilatorconvector 6 = SWW Tank 7 = Elektrisch SWW 8 = Tijdprogramma 9 = ProcesWarmte 10 = Gelaagd SWW...
Pagina 52
9 Instellingen Fabrieks Parameter Tekstweergave Beschrijving instelling CP086 GebruikerT.KamerActi Instelpunt kamertemperatuur van gebruikersactiviteit groep Instelbereik: Van 5 °C tot 30 °C CP087 GebruikerT.KamerActi Instelpunt kamertemperatuur van gebruikersactiviteit groep Instelbereik: Van 5 °C tot 30 °C CP088 GebruikerT.KamerActi Instelpunt kamertemperatuur van gebruikersactiviteit groep Instelbereik: Van 5 °C tot 30 °C CP089...
Pagina 53
9 Instellingen Fabrieks Parameter Tekstweergave Beschrijving instelling CP250 KalSondeOmgGroep Calibratie ruimtesensor groep Instelbereik: Van -5 °C tot 5 °C CP251 KalSondeOmgGroep Calibratie ruimtesensor groep Instelbereik: Van -5 °C tot 5 °C CP290 ConfigGroepPompUit Configuratie uitvoer groeppomp Instelbereik: 0 = Groep uitgang 1 = CV-modus 2 = SWW-modus 3 = Koelingmodus...
Pagina 54
9 Instellingen Fabrieks Parameter Tekstweergave Beschrijving instelling CP470 Groep droogtijd Instelling van het vloerdroogprogramma van de groep Instelbereik: 0 Dagen =30 Dagen CP471 Groep droogtijd Instelling van het vloerdroogprogramma van de groep Instelbereik: 0 Dagen =30 Dagen CP480 Begintemp.drogen Instelling van de begintemperatuur van het vloerdroogprogramma van de groep Instelbereik: Van 20 °C tot 50 °C...
Pagina 55
9 Instellingen Fabrieks Parameter Tekstweergave Beschrijving instelling CP571 GroepTijdProg Select Door de gebruiker geselecteerd klokprogramma van de groep Instelbereik: 0 =Klokprogramma 1 1 =Klokprogramma 2 2 =Klokprogramma 3 3 = Koeling CP660 Pictogr weerg groep Kies pictogram voor deze groep Instelbereik: 0 = Geen 1 = Alle...
Pagina 56
9 Instellingen Fabrieks Parameter Tekstweergave Beschrijving instelling CP740 Groep afkoelsnelh Selectie afkoelsnelheid van de groep Instelbereik: 0 = Langzaamst 1 = Langzamer 2 = Normaal 3 = Sneller 4 = Snelst CP741 Groep afkoelsnelh Selectie afkoelsnelheid van de groep Instelbereik: 0 = Langzaamst 1 = Langzamer 2 = Normaal...
Pagina 57
9 Instellingen Tab.37 Fabrieks Parameter Tekstweergave Beschrijving instelling EP018 Status relaisfunc. Status relaisfunctie Instelbereik: 0 = Geen actie 1 = Alarm 2 = Alarm geïnverteerd 3 =Branden 4 =Niet branden 5 = Gereserveerd 6 = Gereserveerd 7 = Onderhoudsverzoek 8 =Branden voor CV 9 =Branden voor SWW 10 = CV-pomp aan 11 = Vergr.
9 Instellingen Parameter Tekstweergave Beschrijving Fabrieks instelling AP074 Geforc. zomermodus De verwarming is uitgeschakeld. Warm water blijft aan. Zomerbedrijf forceren. Instelbereik: 0 = Uit 1 = Aan AP079 Inertie gebouw Instelling van het gebouw gebruikt voor verwarmingssnelheid. Instelbereik: Van 0 tot 10 AP080 Tbuiten vr vorstbev Buitentemperatuur waaronder de vorstbeveiliging wordt geactiveerd...
9 Instellingen Tab.41 SWW Tank CC001 Groep dr.urn. pomp Aantal draaiuren van de pomp 0 4294967295 van de groep CC002 Groep dr.urn. pomp Aantal draaiuren van de pomp 0 4294967295 van de groep CC010 Groep aant. pompst Aantal keer dat de pomp van 0 4294967295 de groep werd gestart CC011...
Pagina 60
9 Instellingen CM120 Actuele modus groep Actuele modus van de groep 0 Schema 1 Handmatig 2 Antivries 3 Tijdelijk CM121 Actuele modus groep Actuele modus van de groep 0 Schema 1 Handmatig 2 Antivries 3 Tijdelijk CM130 GroepAct acitiviteit Actuele acitiviteit van de 0 Antivries groep 1 Gereduceerd...
Pagina 61
9 Instellingen Tab.45 Zone Mixing valve Groep oververhitting Actieve oververhitting van de 0 Uit groep 1 Aan Groep oververhitting Actieve oververhitting van de 0 Uit groep 1 Aan CM010 Groep 3WV sluiten Status sluiten mengklep van 0 Nee groep 1 Ja CM011 Groep 3WV sluiten Status sluiten mengklep van...
Pagina 62
9 Instellingen CM151 GroepStatus Warmtevr Status aan/uit warmtevraag 0 Nee per groep 1 Ja CM160 Groep mod warmtevr Modulerende warmtevraag 0 Nee per groep aanwezig 1 Ja CM161 Groep mod warmtevr Modulerende warmtevraag 0 Nee per groep aanwezig 1 Ja CM180 Groep Therm aanwezig Kamerthermostaat aanwezig...
Pagina 63
9 Instellingen CM071 Groep TAanv Instelpt Instelpunt actuele 0 °C 150 °C aanvoertemperatuur van groep CM110 GroepTThermo instelp Instelpunt thermostaat van 0 °C 35 °C groep CM111 GroepTThermo instelp Instelpunt thermostaat van 0 °C 35 °C groep CM120 Actuele modus groep Actuele modus van de groep 0 Schema 1 Handmatig...
Pagina 64
9 Instellingen CM280 GrpRTC TberKamerInp Intern -60 °C 60 °C kamertemperatuurinstelpunt berekend door de kamertemperatuurregelaar van de groep CM281 GrpRTC TberKamerInp Intern -60 °C 60 °C kamertemperatuurinstelpunt berekend door de kamertemperatuurregelaar van de groep Tab.47 SWW Tank CM040 Groep TAanv/SWW-temp Meet aanvoertemperatuur -10 °C 140 °C groep of SWW-temp...
Pagina 65
9 Instellingen Tab.49 Proceswarmte CM040 Groep TAanv/SWW-temp Meet aanvoertemperatuur -10 °C 140 °C groep of SWW-temp CM041 Groep TAanv/SWW-temp Meet aanvoertemperatuur -10 °C 140 °C groep of SWW-temp CM050 Status Pomp groep Status van de groepspomp 0 Nee 1 Ja CM051 Status Pomp groep Status van de groepspomp...
Pagina 66
9 Instellingen Tab.53 Mandatory platform Init. status Geeft de initiële status van het 0 Niet gereed apparaat 1 CtrlObjWijzerTabel 2 Standaard 3 Lees configuratie 1 4 Lees configuratie 2 5 Lees aangep. param. 6 Afgewerkt 7 Blokkeer parameters 8 PST-fout 30 WachtOpConfiguratie Info op HMI-display Waardenreeks met alle...
Pagina 67
9 Instellingen AM010 Pomptoerental Het actuele pomptoerental 0 % 100 % AM015 Draait de pomp? Is de pomp in bedrijf? 0 Inactief 1 Actief Tab.56 Producer Manager Gen AM016 Systeem Taanvoer Aanvoertemperatuur van het -10 °C 140 °C apparaat. 7717199 - v02 - 11032019 MID _HMI T-control - Gas 120 ACE...
10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Algemeen We adviseren om de ketel periodiek te laten inspecteren en onderhouden. Opgelet Zorg dat de ketel wordt onderhouden. Neem contact op met een erkend installateur of sluit een onderhoudscontract af voor de verplichte jaarlijkse servicebeurt van de ketel. Als het apparaat niet wordt onderhouden, vervalt de garantie.
10 Onderhoud 10.3 Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden 10.3.1 Verbranding controleren De verbrandingstechnische controle gebeurt door meting van het O percentage in de rookgasafvoerbuis. Voor meer informatie, zie De verbranding controleren/instellen, pagina 35 Uitvoeren vollasttest, pagina 36 Controle- en instelwaarden voor O2 bij vollast, pagina 36 Uitvoeren laaglasttest, pagina 37 Controle- en instelwaarden voor O2 bij deellast, pagina 37 10.3.2...
10 Onderhoud 10.3.3 Aftappen van het verwarmingssysteem Afb.60 Het aftappen van de CV-installatie kan nodig zijn als radiatoren moeten worden vervangen, bij ernstige waterlekkage, of als bevriezingsgevaar dreigt. 1. Open de kranen op alle op de installatie aangesloten radiatoren. 2. Schakel de ketel uit. 3.
10 Onderhoud Belangrijk Het vullen en het ontluchten van de installatie twee keer per jaar zou voldoende moeten zijn om de juiste waterdruk te krijgen. Neem contact op met de installateur indien u vaak water moet bijvullen in de installatie. 10.3.6 Ommanteling reinigen 1.
11 Bij storing 11 Bij storing 11.1 Het storingsgeheugen weergeven en wissen Het storingsgeheugen slaat de 32 meest recente storingen op. U kunt de informatie van elke fout controleren en deze vervolgens wissen uit het foutengeheugen. Om het storingsgeheugen weer te geven en te wissen: 1.
11 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving/Oplossing A02.18 Fout OBD Fout woordenboekobject: opnieuw instellen A02.36 Functioneel app mist Functioneel apparaat is ontkoppeld: Voer een automatische printplaatdetectie uit. Slechte verbinding: controleer de bedrading en connectoren. Defecte SCB printplaat: vervang de SCB printplaat A02.37 Onkrit app mist Onkritisch apparaat is ontkoppeld:...
Pagina 74
11 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving/Oplossing H01.08 Delta T Max 3 Delta T Max 3: Geen of te weinig doorstroming: Controleer de doorstroming (richting, pomp, kleppen). Controleer de hydraulische druk. Controleer het verwarmingslichaam op vervuiling. Controleer of de installatie correct is ontlucht. Sensorfout: Controleer de goede werking van de sensors.
11 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving/Oplossing H03.01 CU naar GKR datafout Geen geldige data v CU nr GRK ontvangen: Herstart de ketel H03.02 Vlamverlies gedetect Gemeten ionisatiestroom is onder limiet: Geen ionisatiestroom: Ontlucht de gasleiding. Controleer of de gaskraan goed geopend is. Controleer de gasaanvoerdruk.
Pagina 76
11 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving/Oplossing E01.04 5x fout vlamverlies 5x fout onbedoeld foutverlies opgetreden: Ontlucht de gasleiding. Controleer of de gaskraan goed geopend is. Controleer de gastoevoerdruk. Controleer de correcte werking en afstelling van het gasblok. Controleer de luchttoevoer en rookgasafvoer op verstopping. Controleer op rookgasrecirculatie.
Pagina 77
11 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving/Oplossing E04.10 Mislukte start 5 mislukte branderstarts gedetecteerd: Geen ontstekingsvonk: Controleer de bedrading tussen de CU-GH-08-unit en de ontsteker. Controleer ionisatie-/ontstekingselektrode. Controleer aarding. Controleer het oppervlak van de brander. Controleer aarding. Storing SU-printplaat: vervang de printplaat. Wel ontstekingsvonk maar geen vlamvorming: Ontlucht de gasleidingen.
12 Uitbedrijfname 12 Uitbedrijfname 12.1 Procedure voor uitbedrijfname Opgelet Alleen een erkend installateur mag werkzaamheden aan de ketel en de verwarmingsinstallatie verrichten. Ga als volgt te werk om de ketel tijdelijk of blijvend buiten bedrijf te stellen: 1. Schakel de ketel uit. 2.
13 Verwijdering en recycling 13 Verwijdering en recycling Opgelet Alleen een hiertoe bevoegde vakman mag de ketel verwijderen en afdanken, in overeenstemming met de geldende plaatselijke en landelijke regelgeving. Afb.61 Als de ketel verwijderd moet worden genomen, ga dan als volgt te werk: 1.
14 Milieu 14 Milieu 14.1 Energiebesparing Tips voor het besparen van energie: Dicht ventilatie-openingen niet af. Dek radiatoren niet af. Hang geen gordijnen voor radiatoren. Plaats radiatorfolie achter de radiatoren om warmteverlies te voorkomen. Isoleer de leidingen in ruimtes die niet verwarmd worden (kelders en kruipruimtes).
Belangrijk De garantie wordt toegepast volgens de verkoop-, leverings- en garantievoorwaarden van de firma die de Remeha producten verkoopt. Op dit apparaat is een contractuele garantie van toepassing tegen alle fabricagefouten; de garantieperiode gaat in op de op de rekening van de installateur vermelde datum van aankoop.
16 Reserveonderdelen 16 Reserveonderdelen 16.1 Algemeen Als bij de inspectie of onderhoudswerk blijkt dat een onderdeel in de ketel vervangen moet worden: Geef bij het bestellen van een onderdeel, het referentienummer uit de lijst van reserveonderdelen op. Opgelet Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt. 16.2 Reserveonderdelenlijsten 16.2.1...
Pagina 83
16 Reserveonderdelen Tab.59 Positienr. Referentie Beschrijving 7695239 Paneelpakket 7670621 Complete kap voor bedieningspaneel 7650575 Draagframe achterzijde 7608750 Achtersteun voor controlbox 7606733 Complete voedingsschakelaar 7608103 Complete RJ11-connector 7643513 Arm voor controlbox (x2) 7698615 Draagframe voor paneel 7621065 Afdekking voor 10-polige connector 7621080 Afdekking voor 24-polige connector S62185...
17 Bijlage 17 Bijlage 17.1 Pakketkaart - ketels Afb.63 Pakketkaart voor ketels met vermelding van de energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van het pakket Seizoensgebonden energie-effi ciëntie van ruimteverwarming door ruimteverwarmingstoestel met ketel ‘I’ Temperatuurregelaar Klasse I = 1%, Klasse II = 2%, Klasse III = 1,5%, Klasse IV = 2%, Klasse V = 3%, Klasse VI = 4%, overeenkomstig productkaart temperatuurregelaar Klasse VII = 3,5%, Klasse VIII = 5%...