10. MONTAGE BESTURINGSUNIT CN 60E (OPTIE)
Met behulp van een DIN-rail kan in de aandrijving de
besturingsunit van de geleidende veiligheidslijst CN 60E worden
ondergebracht. Snijd de DIN-rail op maat en bevestig hem aan
de aandrijving met twee schroeven in de twee gaten, en zet de
besturingsunit CN 60E eraan vast (Fig. 28).
Voor de verbinding en de werking, zie de desbetreffende
instructies.
11. BIJZONDERE TOEPASSINGEN
Er zijn geen bijzondere toepassingen voorzien.
12.
ONDERHOUD
De werking van de installatie dient minstens eenmaal per half
jaar te worden gecontroleerd. Hierbij dient bijzondere aandacht
te worden besteed aan de veiligheidsvoorzieningen (inclusief
de
duwkracht
van
ontgrendelmechanismen.
Fig. 28
de
aandrijving)
en
12.1. BIJVULLEN MET OLIE
Controleer regelmatig de hoeveelheid olie in de aandrijving.
Voor lage-middelhoge gebruiksfrequenties is een jaarlijkse
controle voldoende; voor intensiever gebruik is een controle om
de 6 maande raadzaam.
Het reservoir is te bereiken door de olievuldop tijdelijk weg te
halen (Fig. 29).
Het oliepeil kan met het oog worden gecontroleerd: het moet
de koperen strengen van de elektromotor net raken.
Voor bijvullen moet olie worden toegevoegd tot het juiste niveau.
Gebruik uitsluitend olie FAAC XD 220.
13. REPARATIES
Voor eventuele reparaties dient u contact op te nemen met
erkende FAAC reparatiecentra.
de
48
Fig. 29