Lijst met standaardinstellingen
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hieronder beschreven.
• Op de volgende pagina staat vergelijkbare informatie over de onderwerpstand.
Opnamestand
G (eenvoudige
automatische) stand
(A33)
Speciale effecten (A44) W
F (Intelligent portret)
(A45)
A (Auto)-stand (A47) U
1
U (automatisch) en W (Uit) kunnen worden geselecteerd. Als U (auto) wordt
toegepast, kiest de camera de meest optimale flitsstand voor de scène die de camera
automatisch heeft gekozen.
2
Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
3
Kan niet worden gebruikt als Knipperdetectie is ingesteld op Aan.
4
Kan worden ingesteld als Glimlachtimer is ingesteld op Uit.
• De toegepaste instelling in A (Auto)-stand wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera en blijven ook bewaard als de camera wordt
uitgeschakeld (behalve voor de zelfontspanner).
C
Niet beschikbare functies in combinatie
Enkele functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere menu-instellingen (A60).
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Flitsstand
Zelfontspanner
(A50)
1
U
OFF
OFF
3
U
OFF
OFF
Macrostand
(A52)
(A53)
2
OFF
OFF
4
2
OFF
OFF
Belichtings-
correctie
(A54)
0.0
0.0
0.0
0.0
55