Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare opnamestanden

Optie
G
Eenvoudige
autostand
b
Onderwerp
D
Speciale effecten
F
Slim portret
A
Autostand
C
De instellingen wijzigen tijdens opname
• Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector ➝ A49
• Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop
- Opnamemenu ➝ A57
- Setup-menu ➝ A94
C
Actiecontrole
Als u drukt op de V (actie) knop, kan de opnamestand worden gewisseld met behulp van de
actiecontrole (A7).
Zodra u een foto kadreert, kiest de camera automatisch de
meest optimale scènestand en kunt u op eenvoudige
wijze fotograferen.
De camera-instellingen worden automatisch
geoptimaliseerd voor de geselecteerde scène.
• Om een onderwerp te selecteren moet eerst het menu
met opnamestanden worden weergegeven en
vervolgens de multi-selector K worden ingedrukt.
Selecteer het gewenste onderwerp door op H, I,
J of K te drukken en vervolgens op de k knop te
drukken.
Er kunnen effecten op foto's toegepast worden tijdens het
fotograferen.
• Om een effect te selecteren drukt u op de multi-selector
K in de opnamestand, drukt u op H, I, J of K om
effecten te selecteren en drukt u op de k knop.
De camera detecteert glimlachend gezichten en laat
automatisch de sluiter ontspannen, zelfs als de
ontspanknop niet wordt ingedrukt (glimlachtimer). De
functie voor het verzachten van huidtinten zorgt ervoor
dat de gezichtshuid van mensen zachter wordt op de foto.
De basisfuncties van de camera kunnen worden
uitgevoerd. Wijzig tevens de instellingen voor de opties in
het opnamemenu (A58) op basis van de
opnameomstandigheden en het type foto's dat u wilt
maken.
Stap 2 Een opnamestand selecteren
Beschrijving
A
33
34
44
45
47
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave