Hoofdstuk
13
Menufuncties
7
Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de middenfrequentie van de geselec-
teerde frequentieband.
40Hz—50Hz—63Hz—80Hz—100Hz—125Hz
—160Hz—200Hz—250Hz—315Hz—400Hz
—500Hz—630Hz—800Hz—1kHz—1.25kHz
—1.6kHz—2kHz—2.5kHz—3.15kHz—4kHz
—5kHz—6.3kHz—8kHz—10kHz—12.5kHz
8
Raak b en daarna c of d aan om het
equalizerniveau aan te passen.
Bereik: +12 t/m –12
9
Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de gewenste Q-factor.
Narrow (smal)—Wide (breed)
# U kunt de parameters voor elke frequentie-
band van de andere luidsprekers op dezelfde ma-
nier instellen.
Opmerking
U kunt een middelste frequentie voor elke fre-
quentieband selecteren. U kunt de middenfre-
quentie in stappen van 1/3 octaaf wijzigen, maar
u kunt geen frequenties selecteren met een inter-
val kleiner dan 1 octaaf tussen de middenfre-
quenties van de drie frequentiebanden.
De auto-equalizer
De auto-equalizer is de equalizercurve die
wordt gemaakt door de functie Automatische
TA- en EQ-meting (raadpleeg Automatische TA
en EQ-meting (automatische tijduitlijning en in-
stelling van de equalizer) op deze bladzijde).
U kunt de auto-equalizer in- of uitschakelen.
1
Geef het DSP-functiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 48.
2
Raak Auto EQ aan.
# U kunt deze functie niet gebruiken als er nog
geen automatische TA- en EQ-meting is uitge-
voerd.
3
Raak d aan om de auto-equalizer in te
schakelen.
# Raak c aan om de auto-equalizer uit te scha-
kelen.
60
Nl
Automatische TA en EQ-meting
(automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer)
Door automatische tijduitlijning wordt auto-
matisch een optimale tijduitlijning ingesteld
afhankelijk van de afstand tussen de luidspre-
kers en de luisterpositie.
Tijdens de automatische instelling van de
equalizer meet het toestel de akoestische ei-
genschappen van het voertuiginterieur en
maakt het op basis daarvan een curve voor de
auto-equalizer.
WAARSCHUWING
Voer nooit een automatische TA- en EQ-meting
uit tijdens het rijden, dit om ongelukken te voor-
komen. Tijdens de automatische TA- en EQ-me-
ting kunnen de luidsprekers een luide meettoon
(een luid geluid) produceren.
LET OP
! De luidsprekers kunnen beschadigd raken als
u een automatische TA- en EQ-meting uitvoert
onder de onderstaande omstandigheden.
Controleer dit zorgvuldig voordat u een auto-
matische TA- en EQ-meting uitvoert.
— Als de luidsprekers verkeerd zijn aangeslo-
ten. (Bijvoorbeeld als een luidspreker ach-
terin op een subwoofer-uitgang is
aangesloten.)
— Als een luidspreker is aangesloten op een
versterker met een hoger uitgangssignaal
dan het maximaal toegestane ingangsni-
veau van de luidspreker.
! Als de microfoon in een ongeschikte positie
wordt geplaatst, kan de meettoon erg luid wor-
den en kan het meten lang duren, waardoor
de accu leeg kan raken. Zorg dat de microfoon
op de aangewezen locatie is geplaatst.