Menufuncties
Opmerking
Na een aanpassing van de luisterpositie worden
de luidsprekeruitgangen automatisch ingesteld
op het aangewezen uitgangsniveau. Raadpleeg
Het uitgangsniveau van de luidsprekers aanpassen
met een testtoon op bladzijde 57 of Het uitgangs-
niveau van de luidsprekers aanpassen op bladzijde
56 voor informatie over hoe u dit niveau handma-
tig verder kunt aanpassen.
De fader/balansinstelling
gebruiken
U kunt de fader-/balansinstelling aanpassen
voor een optimale geluidsweergave op alle
plaatsen in het voertuig.
1
Geef het DSP-functiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 48.
2
Raak Fader/Balance aan in het DSP-
functiemenu.
3
Raak a of b aan om de balans tussen
de luidsprekers voorin en achterin in te
stellen.
Bereik: Front:25 t/m Rear:25
# F/R: 0 L/R: 0 is de aanbevolen instelling wan-
neer u slechts twee luidsprekers gebruikt.
4
Raak c of d aan om de balans tussen
de luidsprekers links en rechts in te stellen.
Bereik: Left:25 t/m Right:25
Geluidsveldregeling
De functie SFC (Sound Field Control, geluids-
veldregeling) creëert de omgeving van een live
optreden.
! Elke omgeving heeft een andere akoestiek,
wat hoorbaar is bij optredens. Deze wordt
beïnvloed door het volume en de vorm van
de ruimte waardoor de geluidsgolven zich
bewegen, en hoe het geluid wordt weer-
kaatst door het podium, de muren, de vloer
en het plafond. Bij een live optreden hoort
u de muziek in drie fasen: direct geluid,
vroege weerkaatsingen en late weerkaatsin-
gen of nagalm. Deze factoren zijn in de
functie SFC geprogrammeerd om zo de
akoestiek van verschillende soorten optre-
dens nauwkeurig na te bootsen.
1
Geef het DSP-functiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 48.
2
Raak SFC aan in het DSP-functiemenu
en selecteer de gewenste instelling.
Musical (musical)—Drama (toneel)—Action
(actie)—Jazz (jazz)—Hall (zaal)—Club (club)
—Off (uit)
Opmerking
Als de bron LPCM-audio of Dolby Digital-audio
met twee kanalen is en u een SFC-effect selec-
teert dat het meest geschikt is voor audio met 5.1
kanalen (zoals Musical, Drama of Action), wordt
u aangeraden om Dolby Pro Logic II aan te zetten.
Als u echter een SFC-effect selecteert dat be-
doeld is voor gebruik met audio met twee kanalen
(zoals Jazz, Hall of Club), wordt u aangeraden
om Dolby Pro Logic II uit te zetten.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie SLA (Source Level Adjustment,
bronniveauregeling) kunt u het volumeniveau
van elke signaalbron afzonderlijk instellen.
Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselin-
gen voorkomen wanneer naar een andere sig-
naalbron wordt overgeschakeld.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat zelf niet gewijzigd kan
worden.
1
Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2
Geef het DSP-functiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 48.
Hoofdstuk
13
53
Nl