5 Op de voedingsspanning aansluiten
Kabelwartel
Kabelafscherming en
aarding
Aansluittechniek
20
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad is de kabelwar-
tel af fabriek ingeschroefd. Deze is met kunststof pluggen afgesloten
als transportbeveiligingen.
U moet deze plug verwijderen voordat de elektrische aansluitingen
worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad kan
de kabelwartel niet af fabriek worden ingeschroefd. De kabeldoorvoer
is daarom met een rode stofbeschermdop afgesloten als transportbe-
veiliging.
Opmerking:
Om de beschermingsklasse van de behuizing te waarborgen, moet
u deze beschermdop voor de inbedrijfname vervangen door een
toegelaten NPT-kabelwartel.
Opmerking:
Bij het inschroeven van de NPT-kabelwartel resp. een conduit-stalen
buis mag geen vet worden gebruikt.
Maximaal aandraaimoment zie hoofdstuk " Technische gegevens".
Wij adviseren, bij afgeschermde kabel de afscherming eenzijdig op
de voedingszijde op het aardpotentiaal aan te sluiten.
5.2
Aansluiten
De aansluiting van de voedingsspanning en de signaaluitgang wordt
via veerkrachtklemmen in de behuizing uitgevoerd.
Opmerking:
Massieve aders en soepele aders met adereindhuls kunnen direct
in de klemopeningen worden gestoken. Bij soepel aders voor het
openen van de klemmen de hendel met een schroevendraaier (3 mm
breed) van de klemopening wegschuiven (klikt vast). Bij het loslaten
worden de klemmen weer gesloten.
VEGAPULS 21 • Tweedraads 4 ... 20 mA/HART