4 Monteren
De polarisatie is gemarkeerd op de behuizing, zie de navolgende
tekening:
1
Fig. 5: Positie van de polarisatie
1
Markering voor het aangeven van de polarisatie
Opmerking:
Door verdraaien van de behuizing verandert de polarisatie en daar-
mee het effect van de stoorecho op de meetwaarde. Let hierop bij de
montage resp. bij veranderingen naderhand.
Inbouwpositie
Monteer het instrument op een positie, die minimaal op 200 mm
afstand van de tankwand ligt. Wanneer het instrument in het midden
van tanks met bol of rond dak wordt gemonteerd, kunnen veelvoudi-
ge echo's ontstaan, die echter door een inregeling kunnen worden
onderdrukt (zie hoofdstuk " In bedrijf nemen").
Wanneer u deze afstand niet kunt aanhouden, moet u bij de inbe-
drijfname een stoorsignaalonderdrukking uitvoeren. Dit geldt vooral,
wanneer aanhechtingen op de tankwand te verwachten zijn. In dit
geval verdient het aanbeveling, de stoorsignaalonderdrukking op een
later tijdstip wanneer de aanhechting aanwezig is, te herhalen.
> 200 mm
(7.87")
Fig. 6: Montage van de radarsensor op ronde tankdaken
Bij tanks met een conische bodem kan het een voordeel zijn, het
instrument in het midden van de tank te monteren, omdat de meting
dan tot op de bodem mogelijk is.
13
VEGAPULS 21 • Tweedraads 4 ... 20 mA/HART