13. Monteer in omgekeerde volgorde van verwijderen.
Sluit de kabels aan en plaats ze in de kabelhouders.
Let op: Zorg ervoor dat de balgen correct zijn
aangebracht voor voldoende afdichting.
6.18 Wielen en wielmotoren
6.18.1 De voorwielen vervangen
1. Druk op de knop ON/OFF om het product uit te
schakelen. Het product is uitgeschakeld wanneer
het indicatielampje niet brandt.
2. Draai het product ondersteboven.
3. Druk op de clips om ze los te maken en til het wiel
op om het te verwijderen.
4. Monteer in omgekeerde volgorde van verwijderen.
6.18.2 De achterwielen vervangen
Let op: Bij gebruik van de terreinwielen met gewichten
zijn speciale instellingen nodig om het extra gewicht te
compenseren. Een botsing wordt gedetecteerd door de
32 - Reparatie-instructies
stroom in de wielmotor. Open het menu
Terreinset en schakel Terreinset in.
1. Verwijder de naafdop.
2. Verwijder de moer (dopsleutel 24), de onderlegring
en de wielkap.
3. Verwijder het wiel.
4. Monteer in omgekeerde volgorde van verwijderen.
6.18.3 De wielmotoren vervangen
1. Verwijder de bovenste kap. Zie
verwijderen en monteren op pagina 19 .
2. Verwijder de behuizing. Zie
verwijderen en monteren op pagina 19 .
3. Verwijder de bovenste helft van het chassis. Zie
bovenste helft van het chassis verwijderen en
monteren op pagina 20 .
OPGELET: Koppel altijd eerst de
voedingskabel los om stroompieken te
voorkomen die de printplaten of de accu
kunnen beschadigen.
Accessoires >
24 mm
De bovenkap
De behuizing
1582 - 001 - 23.12.2020
De