Modellen
XM-spuitapparaten zijn niet goedgekeurd voor gebruik
in gevaarlijke omgevingen tenzij het basismodel,
alle accessoires, alle sets en alle bedrading voldoen
aan de lokale, staats- en nationale voorschriften.
Controleer het identificatieplaatje (ID) van het spuitapparaat op het onderdeelnummer van 6 cijfers. Gebruik de
volgende matrix om op basis van de zes tekens de constructie van de spuitmachine te definiëren. Onderdeel XM1A00
stelt bijvoorbeeld een XM meercomponenten spuitmachine voor (XM); 5200 psi pompset met pompfilters (1);
stroomtoevoer aan wand, geen verwarmers, geen aansluitdoos en is niet goedgekeurd voor gevaarlijke omgevingen
(A); zonder extra sets (00).
OPMERKING:
Bepaalde configuraties in het volgende schema kunnen niet worden gebouwd. Overleg met uw distributeur
of Graco-vertegenwoordiger.
Zie het hoofdstuk Onderdelen in deze handleiding om reserveonderdelen te bestellen. De tekens in de tabel komen
niet overeen met de referentienummers in de onderdelentekeningen en onderdelenlijsten.
XM
Eerste en
tweede
tekens
(Zie tabel 1 voor modellen
Pompset
(slang/
pistool)
XM
(meer-
componenten
1
5200 psi
spuitmachine
gemonteerd
op een frame)
2
5200 psi
3
6300 psi
4
6300 psi
5
5200 psi
6
5200 psi
7
6300 psi
8
6300 psi
Verklaring voor locatiecategorie:
NE Niet geschikt voor gebruik in ruimtes met ontploffingsgevaar en op explosiegevaarlijke locaties in Europa.
EH Geschikt voor gebruik in ruimtes met ontploffingsgevaar en op explosiegevaarlijke locaties.
3A0355U
1
Derde teken
Systeemkeuze
onderpompen)
Verdeel-
Pomp-
stuk op
filters
afstand
Bedienings-
Materiaal-
kast
verwarming
Netstroom-
voeding
A
Netstroom-
voeding
B
Netstroom-
voeding
C
IS/
D
Dynamo
IS/
E
Dynamo
A
Vierde teken
Setkeuze
Aansluit-
Locatie-
doos
categorie
NE
NE
NE
EH
EH
Modellen
00
Vijfde en
zesde
tekens
Extra set
Goed-
Zie
keuringen
tabel 2
(Zie pagina 8
voor
voor goed-
selecties
keuringen)
CE, FM,
FM
c
CE, FM,
FM
c
CE, FM,
FM
c
CE, FM,
FM
Ex
c,
CE, FM,
FM
Ex
c,
7