Spoelen
Het volledige systeem ledigen
en spoelen (nieuw spuitapparaat
of einde van taak)
OPMERKING:
•
Als het systeem verwarmers en verwarmde slangen
omvat, zet ze dan uit en laat ze afkoelen alvorens
ze te spoelen. Zet de verwarmingen pas aan als er
geen oplosmiddel meer in de materiaalleidingen
aanwezig is.
•
Gebruik de laagst mogelijke druk bij het doorspoelen
en voorkom spatten.
•
U moet met een hogere stroomsnelheid
en langduriger spoelen voor een kleurwissel
of voor u het systeem uitzet voor opslag.
•
Zie de procedure Mengverdeler spoelen op
pagina 14 om uitsluitend de mengverdeler te spoelen.
Richtlijnen
Spoel nieuwe systemen als coatingmaterialen vervuild
zijn door 10W olie.
Spoel het systeem wanneer een van de volgende
situaties zich voordoet. Spoelen zal helpen om te
voorkomen dat materiaal de leiding verstopt tussen
de trechters en pompinlaten.
•
telkens als een spuitmachine langer dan een
week niet gebruikt gaat worden
•
als de gebruikte materialen zullen neerslaan
•
bij gebruik van thixotropische harsen die geroerd
dienen te worden
16
Procedure
1. Volg Drukontlastingsprocedure, pagina 12,
en Gemengd materiaal spoelen, pagina 14,
waar nodig. Schakel de trekkervergrendeling in.
Draai de luchtregelaar (CD) van de hoofdpomp
volledig tegen de klok in om te sluiten.
TI1949a
OPMERKING:
Wanneer u coatingmateriaal spoelt, verwijder dan de
pompvloeistoffilters, indien deze geïnstalleerd zijn en
drenk ze in oplosmiddel om de reiniging te versnellen.
Ga verder met stap 2. Als u een nieuw systeem spoelt,
laat de filters dan zitten op hun plaats.
2. Verplaats de circulatieretourleidingen naar
afzonderlijke vloeistofreservoirs om de resterende
vloeistof uit het systeem te pompen.
3. Verhoog de druk van de luchtregelaar (CD)
van de hoofdpomp tot 30 psi (21 kPa; 2,1 bar).
4. Selecteer
. Druk op
OPMERKING:
Zijn de pompen onafhankelijk van elkaar in werking,
stel dan in op
of
voor het schoonmaken, op
OPMERKING:
Als de spuitmachine niet start met statische druk,
verhoog dan de luchtdruk in stappen van 10 psi
(69 kPa; 0,7 bar). Ga niet hoger dan 40 psi
(28 kPa; 2,8 bar) om opspattende vloeistof te vermijden.
CD
luchtregelaar
r_312359_313289_13
.
. Druk, zoals vereist
en
.
3A0355U