Inhoudsopgave
Advertenties
6. PROBLEMEN / MOGELIJKE OORZAKEN / REMEDIERENDE MAATREGELEN
Storingen
Mogelijke oorzaken
ONVOLDOENDE
1. Maximale drukklep half
DRUK
open
of drukgradiënt in
2. Pompdefect
vergelijking met het
3. Overmatige interne
vereiste niveau in het
lekkages
circuit
4. Overmatig verlies van
belasting
POMPDEFECT
5. Vernauwde inlaat
vanwege gebrek aan
vermogen of vermogen
dat extreem onder
normale waarden ligt
6. Luchtinlaat
7. Hermetisch afgesloten tank
8. Defecte werking
9. Te viskeuze olie
10. Interne storingen in de
pomp
11. De pomp vertoont te veel
slijtage
BUITENGEWOON
Cavitatie
12.
LUIDRUCHTIGE
POMP
(sommige tandwiel-
Luchtinlaat
13.
pompen geven
Binnenste slijtage
bijvoorbeeld altijd een
14.
beetje lawaai)
15.
Trillingen in het systeem
MUM SO-0029_TS fs2 * Cap. 4.17 *
Hypothese voor interventie
1. a) voor te lage kalibratiedruk
b) voor slijtage van afdichtingszittingen
c) voor vuil onder zittingen
d) voor veerbreuk
2. zie punten 5 ÷ 11
3. a) aandraaikoppelingen in de cilinders
en hydraulische motoren vertonen
slijtage
b) slijtage van verdeler en ventielen
c) onvoldoende viskeuze olie
4. a) te viskeuze olie
b) oliepassages niet adequaat gevormd
c) oliepassages gedeeltelijk verstopt
5. Te klein of verstopt inlaatfilter
b) Verstopte inlaatslang
c) Te weinig of scheve slang
6. a) In de tankinlaat
b) In inlaataansluitingen
c) In de afdichting van de pompas
d) Bij inname van schuimende olie
7. Luchtafscheiding in de verstopte tank
8. a) Controleer de koppeling
b) Te hoge of te lage snelheid,
9. Zie aanwijzingen voor de pomp
10. a) Gebroken interne pakkingen
b) Vastgelijmde bladen, platen of
zuigers
c) Niet vastgedraaide pompkop
d) Gebroken interne onderdelen die
vervangen moeten worden
11. Pomp moet worden vervangen
12. a) Beperkte inname: zie punt 5
b) Overmatige viscositeit: zie punt 9
13. Zie punt 6
14. Overmatige speling in ondersteuning en
platen
15. Defecte installatie, resonantie, enz.
Storingen
Mogelijke oorzaken
OVERVERHITTING
Te hoge maximale
16.
bijvoorbeeld een stijging
druk
van de olietemperatuur
Vermogen wordt
boven het voorzichtige
17.
nutteloos ingeschakeld
limiet van 50°-60°.
Extreme interne
18.
lekken
19.
Extreme verlies van
belasting
20.
Onvoldoende
oliecapaciteit
21.
Onvoldoende koeling
22.
Extreme wrijving
ONJUISTE
BEWEGINGEN
23.
Lucht in het circuit
van hydraulisch bediende
elementen in vergelijking
met de vereiste cyclus
24.
Ventielen
geblokkeerd
25.
Cilinders vergrendeld
Extreme
26.
belastingsverliezen
Variërende
27.
accumulator druk
EXTREMELE
28.
Olie met schurende
VERSLETEN
stoffen
dat wil zeggen,
buitensporig snel in
29.
Onvoldoende smering
vergelijking met de
werkperiode
30.
Hoge werkdruk
31.
Defecte koppeling
MUM SO-0029_TS fs2 * Cap. 4.18 *
Hypothese voor interventie
16.
Overmatige klepafstelling
17.
a) Onvoldoende uitsluitklep
b) Storing kortsluiting aan het einde
van de cyclus
c) Hydraulisch circuit moet worden
aangepast
18.
Zie punt 3
19.
Zie punt 4
20.
Vergroot de capaciteit van de olietank
21.
a) Voeg kunstmatige koeling toe
b) Koelmiddelen, indien aanwezig,
niet effectief
22.
a) Defecte innerlijke passing van de
pomp
b) Gebrek aan smering indien nodig
c) Gebruik van onvoldoende smeerolie
23. a) Laat luchtbellen bovenaan ontsnappen
b) Elimineer luchtlekken: zie punt 6
24. a) Ventielen vergrendeld tijdens het
sluiten door rubber of andere materialmen
b) Ventielen halfopen door vuil
25. a) Onjuiste montage van de cilinder
binnenzijde
b) Normale asbelasting niet toegestaan
c) Vastklemmen van verbindingspennen
26. Zie punt 4
27. a) Onvoldoende accumulatorcapaciteit
b) Grotere vraag in het circuit door
innerlijke lekken
28. a) Te oude olie
b) ondoeltreffende filters
29. a)Olie van slechte kwaliteit
b) te vloeibare olie bij werktemperatuur
30. In vergelijking met de toegestane
maximale druk voor pomp en kleppen
31. Abnormale belasting op assen en stelen
Advertenties
Inhoudsopgave
