Gammapilot M FMG50
toenemen bij grotere diameter en het signaal is verzadigd. Deze verzadigingslengte hangt af
van de halfwaarde-laag van het materiaal.
Het niveau in de tank moet constant zijn in de nabijheid van de detector om te waarborgen
dat de meting correct is.
Meting van de massaflow van uitstralende media
In geval van bandwegers en leidingen, kan de concentratie van het uitstralende medium
worden gemeten in het monster. Hier wordt het instrument boven of onder de transportband
gemonteerd, zodanig, dat deze parallel verloopt aan de bandlooprichting of deze wordt
gemonteerd op de leiding. De intensiteit van de ontvangen straling is proportioneel met de
concentratie van het uitstralende medium in het getransporteerde materiaal.
3.2.10
Installatievoorwaarden voor flowmeting
Meting van massaflow (vloeistoffen)
Het dichtheidssignaal zoals bepaald door de Gammapilot FMG50 wordt overgedragen aan de
Promag 55S. De Promag 55S meet de volumeflow; de Promag kan een massaflow bepalen in
combinatie met de berekende dichtheidswaarde.
1
Massaflowmeting (m) met een dichtheidsmeter en een flowmeter. Wanneer de dichtheid van de
vaste stof (ρ
) en de dichtheid van de draagvloeistof (ρ
s
stofdoorstroming worden berekend.
1
Gammapilot FMG50 -> totale dichtheid ( ρ
2
Flowmeter (Promag 55S) -> volumeflow (V). De vaste stofdichtheid (ρ
draagvloeistof (ρ
Meting van massaflow (vaste stof)
Stortgoedtoepassingen op transportbanden en schroeftransporteurs.
De bronhouder wordt boven de transportband geplaatst en de Gammapilot FMG50 onder de
transportband. De straling wordt gedempt door het medium op de transportband. De
intensiteit van de ontvangen straling is proportioneel met de dichtheid van het medium. De
massaflow wordt berekend uit de bandsnelheid en de stralingsintensiteit.
Endress+Hauser
r
C
r
S
2
V
) moeten ook in de transmitter worden ingevoerd
c
r
M
m
) ook bekend zijn, kan de vaste
c
) bestaande uit draagvloeistof en vaste stof
m
1
) en de dichtheid van de
s
Montage
A0018093
19