Inhoudsopgave
Advertenties
Montage
• Wanneer de Gammapilot FMG50 ondersteboven wordt geïnstalleerd, kan deze extra steun
(bevestigingsbeugel) worden gegeven om schade aan de verbindingskabel of het instrument
te geven wanneer het valt.
• Het monsterpunt mag niet verder dan 20 m (66 ft) van het meetpunt zijn verwijderd.
• De afstand van de dichtheidsmeting tot leidingbochten is ≥3 x leidingdiameter en ≥10 x
leidingdiameter in geval van pompen.
Meetsysteem opstelling
De opstelling van de bronhouder en de Gammapilot FMG50 hangt af van de leidingdiameter
(of de doorgestraalde lengte) en het dichtheidsmeetbereik. Deze twee parameters bepalen het
meeteffect (relatieve verandering van de pulsfrequentie). Des te langer de doorgestraalde
lengte, des te groter is het meeteffect. Daarom verdient het aanbeveling een diagonale
doorstraling te gebruiken of een meetsectie voor kleine leidingdiameters.
Neem voor de configuratie van het meetsysteem contact op met uw Endress+Hauser-
vertegenwoordiging of maak gebruik van de Applicator™
A
A
Verticale straal (90°)
B
Diagonale straal (30°)
C
Meetsectie
1
Monsterpunt
• Bij de configuratie moet rekening worden gehouden met het totale gewicht van het
meetsysteem.
• De Gammapilot FMG50 kan extra worden ondersteund (bevestigingsbeugel) ter
beveiliging tegen vallen of om schade aan de verbindingskabel te voorkomen.
• Een kleminrichting is leverbaar als accessoire
3.2.9
Installatie-omstandigheden voor concentratiemeting met uitstralende media
Meting van de concentratie van uitstralende media in tanks
De concentratie van uitstralende media in tanks kan worden bepaald door een meting op de
tankwand uit te voeren. De intensiteit van de ontvangen straling is proportioneel met de
concentratie van het uitstralende medium in de tank. Het is van belang te beseffen, dat het
medium in de tank ook zijn eigen straling absorbeert. De gedetecteerde straling zal niet verder
18
B
1
Gammapilot M FMG50
1)
configuratiesoftware.
C
A0018076
Endress+Hauser
Advertenties
Inhoudsopgave
