• Wilt u de batterij opslaan, bewaar deze dan ontladen
op een koele, donkere en droge plaats, zoals een
koelkast.
• Stel batterijen niet bloot aan temperaturen beneden
-10°C of boven 45°C. Neem de telefoon altijd mee
als u uw auto verlaat.
• Het is normaal dat batterijen langzaam verslijten
waardoor ze langer moeten worden opgeladen.
Als u veranderingen in de levensduur van de batterij
opmerkt, is het waarschijnlijk tijd om een nieuwe
batterij aan te schaffen.
Neem contact op met een plaatselijk recyclingbedrijf
032375o
of de gemeente als u wilt weten wat u moet doen met
uw afgedankte batterijen.
Waarschuwing: Gooi batterijen nooit in het vuur, want dan
kunnen ze exploderen
Lees de veiligheidsinformatie over batterijen in het hoofdstuk
"Veiligheids- en algemene informatie" in deze handleiding
voordat u uw telefoon gaat gebruiken.
Telefoon in- en uitschakelen
Om de telefoon in te schakelen, houdt u
twee seconden ingedrukt, of totdat
het beeldscherm wordt ingeschakeld.
Voer zo nodig de PIN-code van de
SIM-kaart en/of de slotcode in.
Let op: als u driemaal achtereen een verkeerde PIN-code
invoert, wordt de SIM-kaart onbruikbaar en wordt het bericht
26
Introductie
Navigatietoets
Druk de navigatietoets S omhoog, omlaag,
naar links of naar rechts om naar items op
het scherm te bladeren en deze te markeren.
Als u een item hebt gemarkeerd, drukt u op
de middelste toets s om het item te selecteren.
De middelste toets heeft meestal dezelfde functie als de
linkersoftwaretoets.
Uw telefoonnummer
Druk in het startscherm op M # om uw nummer weer
te geven.
Tip: Wilt u uw telefoonnummer weergeven terwijl u in
gesprek bent? Druk op M > Mijn nummer.
Als u uw naam en telefoonnummer op uw SIM-kaart
wilt opslaan of bewerken, geeft u deze gegevens weer
en drukt u op Bewerk. Als u uw telefoonnummer niet kent,
neemt u contact op met Vodafone.
28
Introductie
SIM geblokkeerd weergegeven. Neem in dat geval contact op
met Vodafone.
Om de telefoon uit te schakelen, houdt u
ingedrukt.
Iemand opbellen
Om iemand op te bellen, kiest u het gewenste nummer
en drukt u op
.
Om het gesprek te beëindigen, sluit u de klep of drukt
u op
.
Oproep beantwoorden
Als de telefoon overgaat en/of trilt, opent u de klep of drukt
u op
om te antwoorden.
Om het gesprek te beëindigen, sluit u de klep of drukt
u op
.
Volume
Druk op de volumetoetsen om:
• het meldingssignaal van een
inkomende oproep uit te
schakelen
• tijdens gesprekken het
luidsprekervolume te wijzigen
• in het startscherm het beltoonvolume te wijzigen
twee seconden
Introductie
27