i (User settings (Gebruikersinstellingen))
Combinaties van instellingen (User settings (Gebruikersinstellingen)) die het
meest worden gebruikt voor opname kunnen worden opgeslagen in i. Er
kunnen opnamen worden gemaakt in A (programma-automatiek), B
(sluitertijdvoorkeuze), C (diafragmavoorkeuze) of C (handmatig).
Door de keuzeknop naar i te draaien, kunt u
instellingen die zijn opgeslagen in Bewaar user
settings opvragen.
• Kadreer het onderwerp en maak de foto met
deze instellingen of wijzig de instellingen,
indien nodig.
• De combinaties van instellingen die worden
opgeroepen als de keuzeknop naar i wordt gedraaid, kunnen zo vaak u wilt
worden gewijzigd in Bewaar user settings.
De volgende instellingen kunnen worden opgeslagen.
Algemene instellingen
• Opnamestand A, B, C, D (A46)
A
• Zoomstand (
A
• Flitsstand (
54)
• Zelfontspanner (
Opnamemenu
• Beeldkwaliteit (A66)
• Beeldformaat (A66)
• Picture Control (A66)
• Aang. Picture Control (A66)
• Witbalans (A66)
• Lichtmeting (A67)
• Continu (A67)
• ISO-waarde (A67)
• Belichtingsbracketing (A67)
• AF-veldstand (A67)
29)
A
57)
• Scherpstelstand (
• Belichtingscompensatie (
A
• Fn-knop (
71)
• Autofocus-stand (A67)
• Flitsbelichtingcorrectie (A67)
• Filter ruisonderdrukking (A67)
• Ingebouwde ND-filter (A67)
• Actieve D-Lighting (A68)
• Meervoudige belichting (A68)
• Zoomgeheugen (A68)
• Opstartzoomstand (A68)
• M belichtingsvoorbeeld (A68)
A
59)
A
63)
51