Het opnamemenu (stand A, B, C of D)
Beeldkwaliteit
Schakel de opnamestand in M d knop M A, B, C, D of i tab (A9) M
Beeldkwaliteit
Stel de gebruikte beeldkwaliteit (compressieverhouding) in bij het opslaan van
foto's.
Bij een lage compressieverhouding krijgt u weliswaar de beste fotokwaliteit,
maar het aantal foto's dat kan worden opgeslagen is lager.
Optie
a
Fine
Normal
b
(standaardinstelling)
d
RAW (NRW) + Fine
RAW (NRW) +
e
Normal
F
RAW (NRW)
C
RAW (NRW)-beelden van deze camera
• Als u RAW (NRW)-beelden wilt printen of bewerken, gebruik dan JPEG-beelden die
van RAW (NRW)-beelden zijn gemaakt met behulp van RAW (NRW) bewerken
(E12). RAW (NRW)-beelden kunnen niet geprint of bewerkt worden.
• ViewNX 2 (A99) moet geïnstalleerd zijn op de computer om de RAW (NRW)-
beelden op de computer te kunnen bekijken.
Beschrijving
Hogere beeldkwaliteit dan Normal.
Compressieverhouding van circa 1:4
Normale beeldkwaliteit, geschikt voor de meeste
toepassingen.
Compressieverhouding van circa 1:8
Twee beelden worden tegelijkertijd opgenomen:
een RAW (NRW)-beeld en een JPEG-beeld van
hoge kwaliteit.
Twee beelden worden tegelijkertijd opgenomen:
een RAW (NRW)-beeld en een JPEG-beeld van
normale kwaliteit.
Onbewerkte data afkomstig van de beeldsensor
worden opgeslagen. Maak JPEG-beeldbestanden
na het fotograferen m.b.v. RAW (NRW)
bewerken (E12) in het weergavemenu.
• Als RAW (NRW) is geselecteerd, wordt
Beeldformaat gereset op F 4000×3000.
Bestandsformaat: RAW (NRW), Nikon's eigen
formaat
E23