4
Beweeg de camera in een van de
vier richtingen tot de aanduiding
van de opnamepositie het einde
heeft bereikt.
• Zodra de camera detecteert in welke
richting bewogen wordt, begint de
opname.
Voorbeeld van camerabeweging
• Gebruik uw lichaam als de draaias en
beweeg de camera langzaam in een
boog in de richting van de markering
(KLJI).
• De opname wordt gestopt als de
aanduiding niet binnen circa
15 seconden de rand bereikt (wanneer
W
Normaal (180°) geselecteerd is)
of binnen circa 30 seconden (wanneer
X
Breed (360°) geselecteerd is) vanaf het begin van de opname.
B
Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
• Het zichtbare bereik van de opgeslagen afbeelding is kleiner dan dat op de
monitor zichtbaar is op het moment van de opname.
• Bij een te snelle camerabeweging, overmatig veel cameratrilling of te weinig
verandering in het onderwerp (zoals een muur of in het donker), wordt de opname
gestopt.
• Wanneer de opname wordt gestopt voordat de camera de helft van het
panoramabereik heeft bereikt, dan wordt er geen panoramafoto opgeslagen.
• Wanneer meer dan de helft van het panoramabereik wordt vastgelegd, maar de
opname voor de rand van het bereik wordt gestopt, dan wordt het niet
vastgelegde bereik als grijs gebied opgeslagen opgeslagen.
Aanduiding
E3