Raadpleeg "Gebruik van het menu" (Blz. 4) om de instellingen van deze functies aan te passen.
De bewegingsonscherpte ten gevolge
van cameratrillingen verminderen
tijdens het fotograferen [IMAGE
STABILIZER] (stilstaande beelden)/
[DIS MOVIE MODE] (videobeelden)
B
CAMERA MENU IMAGE STABILIZER/
DIS MOVIE MODE
Submenu 2
De beeldstabilisator is gedeactiveerd.
Dit is aan te bevelen als foto's
OFF
worden genomen terwijl de
camera vastgezet is op een statief
of op een ander stabiel oppervlak.
ON
De beeldstabilisator is geactiveerd.
De standaardinstellingen van de camera zijn
[ON] voor [IMAGE STABILIZER] (stilstaande
beelden) en [OFF] voor [DIS MOVIE MODE]
(videobeelden).
Het is mogelijk dat u geluid hoort in de camera
wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt
en [IMAGE STABILIZER] (stilstaande beelden)
is ingesteld op [ON].
De beelden kunnen mogelijk niet worden
gestabiliseerd als de camera te veel trilt.
Als de sluitersnelheid uiterst laag is, bijvoorbeeld
als u 's nachts foto's of beelden maakt, werkt
de stabilisator niet altijd even goed.
Als u opnamen maakt terwijl [DIS MOVIE MODE]
(videobeelden) op [ON] staat, wordt het beeld
een beetje vergroot voor het wordt opgeslagen.
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht
[SHADOW ADJ]
B
CAMERA MENU SHADOW ADJ
Submenu 2
Toepassing
Fotografeert zonder gebruik
OFF
te maken van [SHADOW ADJ].
De camera vindt het gezicht van
een persoon dat te donker is wegens
tegenlicht, en maakt dit gezicht
helderder op de foto. (Richt
ON
de camera op het onderwerp.
Controleer het kader dat rond
het door de camera gedetecteerde
gezicht verschijnt, en druk op de
ontspanknop om de foto te maken.)
Voor sommige onderwerpen verschijnt
het teken niet of niet onmiddellijk.
In de stand [ON] wordt [ESP/n] (Blz. 26)
automatisch vastgezet op [ESP], en wordt
[AF MODE] (Blz. 26) automatisch vastgezet
op [FACE DETECT].
: K I A
Toepassing
: K I A
Een motiefprogramma selecteren
afhankelijk van de fotografeersituatie
[J SCENE MODE]
SCENE MODE
J
In de stand zijn de optimale
instellingen voorgeprogrammeerd voor
specifieke motiefprogramma's. In bepaalde
standen kunnen deze instellingen daarom
niet worden gewijzigd.
Submenu 1
B PORTRAIT/
F LANDSCAPE/
G NIGHT SCENE
*1
/
M NIGHT+PORTRAIT/
C SPORT/N INDOOR/
W CANDLE/
R SELF PORTAIT/
/
S SUNSET
*1
/
X FIREWORKS
*1
V CUISINE/d DOCUMENTS/
/
*2
N SMILE SHOT
q BEACH & SNOW/
Y PRE-CAPTURE MOVIE
Als het onderwerp donker is, wordt ruisonderdrukking
*1
automatisch geactiveerd. Dit verdubbelt ongeveer
de tijd van fotograferen waarin geen andere foto's
gemaakt mogen worden.
De scherpstelling wordt vastgezet bij de eerste foto.
*2
Fotograferen met een
geselecteerde scène
"De beste stand gebruiken om de scène
te fotograferen (stand )" (Blz. 17)
Een glimlachend gezicht detecteren
om de sluiter automatisch
te ontspannen
(stand [N SMILE SHOT])
1 Selecteer [N SMILE SHOT] en richt
de camera op het onderwerp.
•
De zelfontspanner-LED gaat aan. Als een
glimlachend gezicht wordt gedetecteerd,
maakt de camera automatisch 3 foto's
na elkaar.
Foto's kunnen ook automatisch worden
genomen door op de ontspanknop
te drukken.
De camera kan bij sommige onderwerpen
geen glimlachend gezicht detecteren.
[IMAGE SIZE] is beperkt tot [I] of lager.
:
Toepassing
De camera maakt
een foto met de
beste instellingen
voor de te
fotograferen
scène.
27
NL