3.
Knijp de draadklemmetjes dicht tot ze aan weerszijden van de connector
vastklikken.
4.
Als uw kabel een aardingsdraad heeft, koppelt u deze aan de aardingsconnector
van de printer (zie hieronder).
5.
Stop het andere eind van de kabel in de computer.
Nadat u de printer hebt aangesloten op de computer installeert u de printersoftware.
Hiervoor volgt u de instructies in het volgende gedeelte.
De printer bedrijfsklaar maken
17