3.
Geef zonder te schakelen een beetje
gas met de gashendel of de neutraal gas
handel. De mate waarin de gashendel
moet worden opengedraaid, varieert
naargelang van de motortemperatuur.
Zodra de motor draait, zet u de gashen-
del weer in zijn oorspronkelijke stand.
N
4.
Zet de hoofdschakelaar op "
OFF
5.
Zet de hoofdschakelaar op "
ZMU03542
N
ZMU04592
" (on).
ON START
ZMU01906
Herstellen van defecten
(start).
DCM00191
OPGELET:
Zet
de
hoofdschakelaar
G
"
" (start) terwijl de motor draait.
Laat de startmotor nooit langer dan 5
G
seconden draaien. Als de startmotor
langer dan 5 seconden blijft draaien, zal
de accu vlug leeg zijn, waardoor het on-
mogelijk wordt om de motor te starten.
Bovendien kan de starter worden be-
schadigd. Als de motor na 5 seconden
aanzwengelen niet start, zet de hoofd-
schakelaar dan op "
seconden en zwengel de motor op-
nieuw aan.
6.
Als de motor uitgerust is met een star-
thendel, trek daar dan langzaam aan tot
u weerstand voelt. Geef er dan een ste-
vige ruk aan om de motor aan te zwen-
gelen en te starten. Herhaal indien
nodig.
7.
Zodra de motor draait, dient u de star-
thendel langzaam weer in de oorspron-
kelijk stand te zetten alvorens hem los te
laten.
8.
Zodra de motor draait, dient u de
gashendel weer in zijn oorspronkelijk
stand te zetten.
NOTA:
Als het startermechanisme defect is, zie pa-
gina 67 te raadplegen.
DMU29741
De waarschuwing voor een laag
oliepeil wordt geactiveerd
Als het oliepeil te laag is, komt het rode seg-
ment te voorschijn op de oliepeilaandui-
dingslamp, weerklinkt de zoemer en wordt
"
de motorsnelheid beperkt tot ongeveer 2000
t/min. Als dat gebeurt, kan er een reserve-
nooit
op
" (on), wacht 10
71