3
2
1
1. Schroefdraad van filterhuis
2. Filterhuis
3. O-ring
4. Vlotter
5. Filterelement
6. Filterhuis
4.
Installeer het filterelement in de filter-
kroes. Zorg ervoor dat de O-ring correct
gepositioneerd is in de filterkroes. Plaats
de beker en de O-ring in het filterhuis.
Licht het klemlipje op en houd het in die
stand vast om de ringmoer op het filter-
huis te schroeven tot de ring lichtjes
vastzit.
5.
Span de ringmoer ongeveer een bijko-
mende kwartslag aan tot de ringmoer
vast staat. Breng één van de vier grotere
ringmoerlippen in overeenstemming met
de borglip en laat deze los om de ring-
moer in positie te vergrendelen.
6.
Laat de motor draaien en controleer fil-
ter en leidingen op lekken.
NOTA:
Als er enig water in de brandstof aanwezig
is, zal de rode ring in de brandstoffiltereen-
heid drijven. Zo ja, neem de filterbeker dan af
en laat het water wegvloeien.
DMU29040
Controle van de vrijloopsnelheid
6
DWM00450
WAARSCHUWING
5
Verwijder of raak geen elektrische on-
G
derdelen aan bij het starten of als de
motor draait.
Hou handen, haar en kleren uit de buurt
G
4
van het vliegwiel en andere draaiende
onderdelen als de motor draait.
ZMU03471
2-pk-modellen: Als de motor draait,
G
draait ook de propeller. Laat de gashen-
del in de startstand staan tijdens het
opwarmen. Anders zou de boot zich on-
verwachts in beweging kunnen zetten
en een ongeluk veroorzaken.
DCM00490
OPGELET:
Die procedure moet worden uitgevoerd
terwijl de buitenboordmotor in het water
steekt. Er kan gebruik worden gemaakt
van een doorspoelaansluiting of een test-
tank.
Er dient een diagnostische toerenteller te
worden gebruikt bij deze procedure. De re-
sultaten kunnen variëren naargelang van de
manier waarop de test wordt uitgevoerd: met
de doorspoelaansluiting, in een testtank of
met de buitenboordmotor in het water.
1.
Start de motor en laat hem in de neutrale
stand warm lopen tot hij soepel draait.
2-pk-model: warm de motor op met de
gashendel in de startstand of lager. Als
de buitenboordmotor op een boot is ge-
monteerd, dient u ervoor te zorgen dat
die stevig is aangemeerd.
NOTA:
Controle van de juiste vrijloopsnelheid is en-
kel mogelijk als de motor volledig is opge-
warmd. Als hij niet volledig is opgewarmd,
Onderhoud
53