Onderhoud riemen
Onderhoud van de drijfriem
Drijfriem controleren
De conditie van de drijfriem moeten na de eerste
gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens
om de 200 bedrijfsuren.
1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking, zet
de schakelhendel in de neutraalstand, schakel
de pomp uit, zet de motor af en verwijder het
sleuteltje uit het contact.
2. Laat de drijfriem ronddraaien en controleer
deze op overmatige slijtage of beschadigingen.
Vervang de riem indien dit nodig is.
Figuur 64
1. Drijfriem
2. Primaire koppeling
Aandrijfriem vervangen
1. Laat de drijfriem over de secundaire koppeling
ronddraaien (Figuur 64).
2. Verwijder de riem van de primaire koppeling.
3. Plaats de nieuwe riem op de primaire koppeling.
4. Plaats de drijfriem op de secundaire koppeling
ronddraaien en laat de drijfriem ronddraaien.
Riem van stuurpomp
afstellen
De spanning van de riem van de stuurpomp moet
na de eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en
3. Secundaire koppeling
vervolgens om de 100 bedrijfsuren. De riem moet
een speling van 5 mm hebben als u halverwege op
de riem drukt met een kracht van 22 N.
1. Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai
het contactsleuteltje op UIT en verwijder het
sleuteltje uit het contact.
2. Draai de bevestigingsbouten van de stuurpomp
los (Figuur 65).
Figuur 65
1. Riem van de stuurpomp
2. Stuurpomp
3. Beweeg de pomp met een kracht van 22 N
totdat de riem 5 mm doorhangt en draai daarna
de bevestigingsbouten vast, te beginnen bij de
bout die zich het dichtst bij de krukas van de
motor bevindt.
Onderhoud hydraulisch
systeem
Transaxle-olie/Hydraulische
vloeistof controleren
1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking,
schakel de pomp uit, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Verwijder de peilstok en veeg deze af met een
schone doek (Figuur 66).
60
3. Bevestigingsbouten van
stuurpomp