100-8454
1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de
transmissie.
2. Om de motor te starten, moet u plaats nemen op de
bestuurdersstoel, de rem intrappen, de schakelhendel in
de neutraalstand zetten en het contactsleuteltje op Motor
starten draaien. Vervolgens moet u de schakelhendel in de
gewenste stand zetten, het rempedaal laten opkomen en de
parkeerrem vrijzetten, en het gaspedaal intrappen totdat de
machine gewenste snelheid heeft bereikt.
3. Om de motor af te zetten, moet u het rempedaal intrappen,
de schakelhendel in de neutraalstand zetten en het
contactsleuteltje op Motor afzetten draaien.
4. Schakelpatroon van schakelhendel
100-8470
1. Motor – Afzetten
2. Motor – Lopen
3. Motor – Starten
4. Koplampen
107-8621
1. Mengen AAN
2. Continu snelheidsregeling
106-5065
1. AAN
2. Afvoer van tank
11
5. Motortoerentalbegrenzer
van neutraalstand
6. Inschakelen
7. AAN
8. UIT
3. Mengen UIT
3. UIT