Versleten of verkeerd afgestelde remmen
kunnen lichamelijk letsel veroorzaken.
Als de vrije slag van de rempedalen tot
de vloer van de spuitmachine minder dan
2,5 cm bedraagt, moeten de remmen worden
afgesteld of gerepareerd.
Parkeerrem
De parkeerrem wordt bediend met een
grote hendel rechts van de bestuurdersstoel
(Figuur 13). Stel de parkeerrem in werking als
u de bestuurdersstoel wilt verlaten teneinde
te voorkomen dat de machine per ongeluk in
beweging komt. Om de parkeerrem in werking te
stellen, moet u de hendel omhoog en naar achteren
trekken. Om de parkeerrem vrij te zetten, moet u
de hendel naar voren en omlaag duwen. Als u de
machine op een steile helling parkeert, moet u de
parkeerrem in werking stellen en blokjes achter de
wielen plaatsen om te voorkomen dat de machine
de helling afrolt.
Figuur 13
1. Parkeerremhendel
Snelheidsbegrenzer
De snelheidsbegrenzer is de grote knop rechts
van de bestuurdersstoel (Figuur 14). Met
de snelheidsbegrenzer kunt u de maximale
neerwaartse slag van het gaspedaal instellen, zodat
het toerental van de motor wordt beperkt tot
een bepaald maximum. Dit begrenst indirect de
snelheid van de spuitmachine.
Opmerking: De machine regelt de
gebruiksdosis op basis van uw rijsnelheid en u
hoeft niet met een constante snelheid te rijden om
steeds dezelfde dosis te spuiten.
Figuur 14
1. Knop van snelheidsbegren-
zer
2. Drukschakelaar van
snelheidsbegrenzer
Chokehendel
De choke wordt bediend met een kleine knop
rechts van de bestuurdersstoel (Figuur 14). Om
een koude motor te starten, moet u de chokeknop
uittrekken. Nadat de motor is gestart, kunt u met
behulp van de choke de motor regelmatig laten
lopen. Zodra dit mogelijk is, zet u de chokeknop
op UIT. Als de motor warm is, hoeft de choke niet
of nauwelijks te worden gebruikt.
Schakelhendel
De schakelhendel bevindt zich rechts van de
bestuurdersstoel en heeft 5 standen. 3 vooruit,
neutraalstand en achteruit (Figuur 15). De motor
start pas als u de schakelhendel in de neutraalstand
hebt gezet. Daarnaast moet u de rem volledig
intrappen en de spuitmachine tot stilstand hebben
gebracht om te schakelen.
22
3. Borgring
4. Chokeknop