3.
KEUZE VAN DE PLAATSINGSLOCATIE
Wanneer de binnenunit uitgepakt en na het uitpakken ver-
plaatst wordt, mag geen kracht op de leidingen (koelmid-
del- en afvoerleidingen) en kunststof onderdelen worden
uitgeoefend.
(1) Selecteer de installatieplaats die voldoet aan de vol-
gende voorwaarden en vraag toestemming van de
klant.
• Waar koude en warme lucht gelijkmatig in de kamer
wordt verspreid.
• Waar zich geen obstakels in de luchtdoorlaat bevinden.
• Waar afvoer kan worden gewaarborgd.
• Waar het plafond aan de onderzijde niet schuin loopt.
• Waar het stevig genoeg is om het gewicht van de bin-
nenunit te dragen. (Als het niet stevig genoeg is, kan de
binnenunit gaan vibreren en zo in contact komen met het
plafond wat een onprettig geratel kan veroorzaken.)
• Waar voldoende ruimte voor de installatie en het onder-
houd is gegarandeerd. (Zie Afb. 1 en Afb. 2)
• Waar de leidinglengten tussen binnen- en buitenunits
worden gegarandeerd en zo mogelijk binnen de toeges-
tane afmetingen ligt. (Zie de installatiehandleiding die
bevestigd is aan de buitenunit.)
• Waar geen gevaar voor lekkage van ontvlambare gassen
bestaat.
*30 of meer
Vereiste installatieruimte (mm)
Uitblaasopening
Luchtaanzuiging
Obstakels
Vloerniveau
OPMERKING
• Als extra ruimte is vereist voor het * gedeelte, kan het onder-
houd gemakkelijker worden uitgevoerd indien een ruimte van
200 mm of meer is gegarandeerd.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Installeer de binnen- en buitenunits, de voedingskabel,
bedrading van de afstandsbediening en transmissie op ten-
minste 1 meter afstand van televisietoestellen of radio's om
beeldstoring en bijgeluiden te voorkomen. (Een afstand van
1 meter kan afhankelijk van het ontvangen signaal niet voldo-
ende zijn om de storing te elimineren.)
• Installeer de binnenunit zo ver mogelijk weg van TL-verlicht-
ing. Als er een draadloze kit is geïnstalleerd in een ruimte
met elektronische TL-verlichting (types met omzetter of snel-
starter), kan het bereik van de afstandsbediening korter zijn.
Nederlands
*30 of meer
Afb. 1
2.500 of meer
vanaf vloerniveau
Voor hoge installatie
Afb. 2
(2) Gebruik van bevestigingsbouten voor de installatie.
Controleer of de plaatsingslocatie het gewicht van de unit
kan dragen. Hang de unit zo nodig op met bouten nadat
deze is verstevigd met balken enz. (Zie het installaties-
jabloon (5) voor de bevestigingspunten.)
(3) Hoogte van het plafond
De unit kan aan plafonds tot een hoogte van 4,3 m (voor
model 32·63, 3,5 m) worden geïnstalleerd.
4.
VOORBEREIDING VOOR DE INSTAL-
LATIE
(1) Controleer de locaties van de ophangbouten voor de
binnenunit, uitlaatgaten van de leidingen, uitlaatgat
van de afvoerleiding en inlaatgat van de elektrische
bedrading. (Zie Afb. 3)
G
Vooraanzicht
Plaats van de
Linker uitgangsgat
bedradingsuitgang
van de
aan de achterkant
afvoerleidingen
A Afmetingen van de unit
B Hangende locatie
Zicht vanaf het plafond
Uitblaasopening
Positie van de bedradingsuitgang op
het bovenpaneel
Bevestigingsbout (4 stuks)
Afb. 3
Maateenheid: mm
Modelnaam
A
B
C
(FXHQ-)
Type 32
960 920 378 324 270 375 398 377 260
Type 63
1270 1230 533 479 425 530 553 532 415
Type 100
1590 1550 693 639 585 690 713 692 575
H
J
Gat in de muur van de
afvoerleiding aan de
achterkant
(φ100-gat)
Aansluitpositie van
de afvoerleidingen
op het bovenpaneel
C
D
E
Aansluitpositie van
de gasleidingen op
F
het bovenpaneel
Aansluitposities van de
vloeistofzijleidingen op
het bovenpaneel
D
E
F
G
H
J
4