Tabel 5
Filteruren
(type met
Vervuiling
lange lev-
ensduur)
Normaal
Ca. 2500 uur
Meer vervuild
Ca. 1250 uur
Met aanduiding
Geen aanduiding*
* Gebruik de instelling "Geen aanduiding" wanneer de
reinigingsaanduiding niet noodzakelijke is omdat het filter
periodiek wordt gereinigd.
<Testen>
• Nadat de binnenunit aan de binnenkant en het aan-
zuigrooster gereinigd zijn, moet overeenkomstig de instal-
latiehandleiding, die aan de buitenunit is bevestigd, worden
proefgedraaid.
• Wanneer het controlelampje op de afstandsbediening knip-
pert, is sprake van een abnormale situatie. Controleer de
storingscodes op de afstandsbediening. De relatie tussen de
storingscodes en de abnormale details wordt beschreven in
de installatiehandleiding die aan de buitenunit is bevestigd.
In het bijzonder wanneer de aanduiding één van ondersta-
ande in Tabel 6 weergegeven betreft, kan sprake zijn van een
storing in de elektrische bedrading of de voedingsspanning
is onderbroken. Controleer derhalve Tabel 6 nogmaals.
Tabel 6
Aanduiding van de
afstandsbediening
Ondanks dat de
centrale besturing
• De aansluitingen (T1 · T2) voor GEFOR-
niet wordt gebruikt,
CEERD UIT op het klemmenblok van de
gaat het lampje
transmissie op de binnenunit zijn kortges-
loten.
"
" bran-
den.
• De voedingsspanning naar de buitenunit is
niet aangesloten.
• De werkzaamheden voor het aansluiten
van de voedingsspanning naar de buite-
"U4" gaat branden
nunit zijn niet uitgevoerd.
"UH" gaat branden
• De bedrading voor de transmissie en de
afstandsbediening en de bedrading voor
GEFORCEERD UIT zijn verkeerd aanges-
loten.
• De transmissiebedrading is losgekoppeld.
• De voedingsspanning naar de binnenunit
is niet aangesloten.
• De werkzaamheden voor het aansluiten
van de voedingsspanning naar de bin-
nenunit zijn niet uitgevoerd.
Geen aanduiding
• De bedrading voor de afstandsbediening
en de transmissie en de bedrading voor
GEFORCEERD UIT zijn verkeerd aanges-
loten.
• De bedrading van de afstandsbediening is
losgekoppeld.
17
Func-
EERSTE
TWEEDE
tienr.
CODENR.
CODENR.
01
0
02
10 (20)
01
3
02
Details
VOORZORGSMAATREGELEN
Nadat het proefdraaien is uitgevoerd, moeten de onderdelen
vermeld worden gecontroleerd die zijn vermeld in clausule 2 "2.
Items die moeten worden gecontroleerd bij levering" op
pagina 3.
Wanneer de afsluitende werkzaamheden in het interieur nog
niet klaar zijn, terwijl de installatie volledig is geïnstalleerd, moet
de klant ter bescherming van het systeem, worden gevraagd
om de unit nog niet te gebruiken tot de werkzaamheden in het
interieur zijn afgesloten.
Wanneer het systeem werkt kan het gebouw aan de binnenkant
worden verontreinigd door deeltjes die vrijkomen van de coating
en lijm dat is gebruikt voor het afwerken van het interieur en
waterspatten en lekkages veroorzaken.
Voor de installateur die het testproces
uitvoert
Controleer na het voltooien van het testen, voordat het systeem
aan de klant wordt afgeleverd, of het deksel van de
schakeldoos, het luchtfilter en het aanzuigrooster aangebracht
zijn.
Leg in aanvulling hierop de status van de voedingsspanning
(voedingsspanning AAN/UIT) aan de klant uit.
11. BEDRADINGSSCHEMA
(Zie Afb. 36)
1
(OPMERKING 6)
DRAADLOZE AFSTANDS-
BEDIENING (ONTVANGER/
3
DISPLAY-UNIT) (OPTION-
EEL ACCESSOIRE)
TRANSMISSIE BEDRAD-
ING (OPMERKING 2)
5
CENTRALE AFSTANDS-
BEDIENING
BEDRADE AFSTANDS-
7
BEDIENING (OPTIONEEL
ACCESSOIRE)
2
(OPMERKING 3)
INVOER VANAF BUITEN
4
(OPMERKING 7)
6
(OPMERKING 4)
8
SCHAKELDOOS
Nederlands