Klemmenblok voor bedrading
afstandsbediening/
transmissie (X1M)
R10 of hoger
Bedrading van afstandsbediening
(geen polariteit)
<Verbindingsmethode voor de bedrading voor lage spanning>
Klemmenblok voor de voedingsspanning
(X2M)
R10 of
hoger
• Niet solderen.
<Verbindingsmethode voor de bedrading
Printplaat
Schakeldoos
Bevestigingsschroeven
deksel schakeldoos (2 stuks)
WAARSCHUWING
• Vorm de bedrading tijdens het bedraden zodanig dat het
deksel van de schakeldoos op een veilige manier kan wor-
den afgesloten. Wanneer het deksel van de schakeldoos
niet goed vastzit, kan de bedrading onder water komen te
staan of tussen de doos en het deksel vast komen te zitten
en een elektrische schok of brand het gevolg kan zijn.
13
Verboden
Nooit de bedrading
voor de
voedingsspanning
aansluiten.
• Niet solderen.
Bedrading van transmissie
(geen polariteit)
Aardklem
L
N
Aardingsdraad
Voedingsspanning bedrading
voor hoge spanning>
(Zie Afb. 32)
Doorvoergat voor
bedrading
Deksel van
doorvoerleiding
Voedingsbedrading
en aardingsbedrading
Bedrading voor
afstandsbediening
en transmissie
Bedradingsschemalabel
Deksel van schakeldoos
Afb. 31
Transmissiebedrading
Bedrading van de
afstandsbediening
Klem (4)
(accessoire)
Bedrading voor
voedingsspanning
en aarding
Kabelbinder (11) (accessoire)/
schroef voor kabelbinder (12)
(accessoire)
(1) Monteer de kabelbinder aan de ingangszijde.
(2) Zet de bedrading vast met klemmen, zodat er geen
spanning op de aansluiting komt te staan.
(3) Om te voorkomen dat de voedingsbedrading en de
aardingsbedrading kwijtraakt, moet u de klem zo
vastmaken dat de onderdelen stevig aan het
aansluitingenblok vastzitten.
Afb. 32
VOORZORGSMAATREGELEN
• Wanneer bedradingswerkzaamheden worden uitgevoerd
mag de printplaat niet worden aangeraakt. Anders kan dit tot
storingen leiden.
• Sluit de bedrading voor de voedingsspanning nooit aan op
het klemmenblok voor de bedrading van de afstandsbedien-
ing/transmissie. Hierdoor kan het gehele systeem onherstel-
baar worden beschadigd.
• Sluit de bedrading van de afstandsbediening/transmissie
nooit aan op het verkeerde klemmenblok.
• Wanneer het deksel van de leidingdoorvoer is afgesneden
en wordt gebruikt als een doorvoergat voor de bedrading,
nadat de bedrading is aangesloten, moet het deksel worden
gerepareerd.
• Sluit de opening rond de bedrading af met behulp van
stopverf en isolerende materiaal (ter plaatse aan te leveren).
(Wanneer insecten en kleine dieren in de binnenunit terecht-
komen, kan dit kortsluiting in de schakeldoos veroorzaken.)
• Als de lagespanning-bedrading (bedrading voor afstands-
bediening) en de hogespanning-bedrading (voedingsbe-
drading en aardingsbedrading) vanaf dezelfde plaats in de
binnenunit binnenkomen, kan er elektrische ruis optreden
(ruis van buitenaf) met een defect of foutieve werking tot
gevolg.
• Houdt buiten de unit een tussenruimte van minimaal 50 mm
aan tussen de bedrading voor lage spanning (bedrading voor
afstandsbediening/transmissie) en de bedrading voor hoge
spanning (voedingsspanning, aardleider). Wanneer beide
bedradingen samen worden verlegd, kan elektrische ruis
(ruis van buitenaf) ontstaan, waardoor storingen kunnen wor-
den veroorzaakt.
Kabelbinder (11) (accessoire)/
schroef voor kabelbinder (12)
(accessoire)
Nederlands