< VOORZORGSMAATREGELEN >
• Om extreme kracht op de afvoerslang (1) te vermijden,
mag deze niet bekneld of gedraaid zijn. (Dit kan waterle-
kkage veroorzaken.)
• Volg de instructies in Afb. 28 voor het aanleggen van de
centrale afvoerleiding. Kies voor de dikte van de centrale
afvoerleiding een dikte die overeen komt met de capacit-
eit van binnenunit. (Zie het technisch document)
Monteren met neerwaartse hoek
van 1/100 of meer, zodat de lucht
niet stilstaat.
Afb. 28
• Afvoerleidingen aansluiten.
Sluit de afvoerleiding niet direct aan op een riool dat ruikt
naar ammoniak. De ammoniak in het riool kan door de
afvoerleiding stromen en zo de corrosie aan de
warmtewisselaar van de binnenunit veroorzaken.
• Raadpleeg de installatiehandleiding van de pompset als
een pompset (optionele accessoire) gemonteerd wordt.
(2) Controleer, nadat u de afvoerleiding heeft geïnstal-
leerd, of deze gemakkelijk doorstroomt.
• Giet ter controle van de afvoer voorzichtig ca. 0,6 liter water
in de afvoerbak van de luchtuitlaat. (Zie Afb. 29)
100 mm
of meer
Afb. 29
• Monteer, nadat u de afvoerleiding heeft geïnstalleerd, de ver-
steviging voor verpakking en aflevering (versterkingsplaat),
die was verwijderd conform de aanwijzingen in hoofdstuk "6.
DE KOELMIDDELLEIDING".
Aan de rechterzijde hoeft de versteviging voor verpakking en
aflevering niet perse gemonteerd te worden (versterkingsp-
laat). (Zie Afb. 30)
Schroef
Afb. 30
11
Centrale afvoerleiding
Als het afvoerwater stilstaat in
de afvoerleiding, kan de
leiding verstopt raken.
Luchtuitblaasopening
Plastic container voor water
(Daarvoor is een buis van
100 mm nodig)
Versteviging voor verpakking
en aflevering
(versterkingsplaat)
8.
HET AANLEGGEN VAN DE ELEK-
TRISCHE BEDRADING
8-1
ALGEMENE INFORMATIE
• Zorg ervoor, dat alle elektrische bedradingswerkzaamheden
door gekwalificeerd personeel, conform de betreffende wet-
geving en deze installatiehandleiding worden uitgevoerd en
dat een apart circuit wordt gebruikt. Onvoldoende voedings-
vermogen of een onjuiste elektrische constructie kan elek-
trische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Plaats een aardlekschakelaar. Het negeren van deze aanwi-
jzing kan kortsluiting of brand veroorzaken.
• Zie voor het aanleggen van de elektrische bedrading ook het
"BEDRADINGSSCHEMA" op het deksel van de schakel-
doos.
• Leg de bedrading tussen de buitenunits, binnenunits en de
afstandsbedieningen overeenkomst het bedradingsschema
aan. Installeer en bedraad de afstandsbediening overeenk-
omstig de "installatiehandleiding" die op de afstandsbedien-
ing is bevestigd.
• Meerdere binnenunits zijn met één buitenunit verbonden.
Geef elke indoorunit een naam zoals A-unit, B-unit, ...enz.
Wanneer deze binnenunits op de buitenunit en de BS-unit
worden aangesloten, moet er op worden gelet dat de bedrad-
ing van de binnenunit altijd op de aansluiting met hetzelfde
symbool als op het klemmenblok wordt aangesloten. Wan-
neer de bedrading en de leidingen op de verschillende bin-
nenunits zijn aangesloten en ingeschakeld worden, ontstaat
een storing.
• De airconditioner moet geaard worden.
De aardingsweerstand moet voldoen aan de plaatselijke wet-
geving.
• Sluit de aardebedrading niet aan op gas- of waterleidingen,
bliksemafleiders of telefoonaardebedrading.
• Gasleidingen ........... Wanneer er gas lekt kan dit in brand
vliegen of een explosie veroorza-
ken.
• Waterleidingen ........ PVC-leidingen kunnen niet als aard-
ing worden gebruikt.
• Bliksemafleiders of telefoonaardingskabels....................
De elektrische spanning kan enorm oplopen wanneer de
bliksem inslaat.
• Schakel de voedingsspanning (hoofdschakelaar, overspan-
ningsschakelaar) niet in voordat alle werkzaamheden zijn
beëindigd.
• Installeer en bedraad de afstandsbediening overeenkomstig
de "installatiehandleiding" die op de afstandsbediening is
bevestigd.
• Raak de printplaten niet aan. Dit kan tot storingen leiden.
8-2
ELEKTRISCHE KARKATERISTIEKEN
Binnenunit
Model
Hz
Volt
ningsge-
FXHQ32AVEB
220-
Max. 264
FXHQ63AVEB
50
240
Min. 198
FXHQ100AVEB
MCA: min. circuitstroomsterkte (A);
MFA: max. zekeringstroomsterkte (A)
kW: nominaal uitgangsvermogen ventilatormotor (kW);
FLA: stroomsterkte bij volledige belasting (A)
Ventilatormo-
Voeding
tor
Span-
MCA
MFA
kW
bied
0,8
16
0,060
0,8
16
0,091
1,6
16
0,150
Nederlands
FLA
0,6
0,6
1,3