7 Met de geïntegreerde display- en bedieningseenheid in bedrijf nemen
Aantal meetwaardeven-
sters
Meetwaardevenster 1 ... 3
Opties - helderheid
Opties - constrast
Opties - verlichting
Menutaal
Meetplaats - demping
28
7.4.2 Weergave
Een meetwaardevenster kan tot drie verschillende, vrij configureer-
bare meetwaarden tegelijkertijd weergeven. Bovendien kunnen maxi-
maal drie verschillende meetwaardevensters worden weergegeven,
die via de pijltoetsen kunnen worden gekozen. Als alternatief kan de
weergave van het meetwaardevenster ook in een cyclus van circa 3
seconden automatisch worden gewisseld.
In het menupunt "Weergave - aantal meetvensters" kan worden
geconfigureerd, hoeveel meetwaardevensters moeten worden weer-
gegeven.
In het menupunt "Weergave - meetwaardevenster" wordt de inhoud
van het meetwaardevenster geconfigureerd. Er kunnen in één venster
maximaal 3 verschillende meetwaarden worden weergegeven.
Bovendien kan voor elke meetwaarde worden geconfigureerd, welke
weergavewaarde (procent, schaal, sensorwaarde, ...) wordt getoond.
Daarnaast kan ook het weergaveformaat (aantal decimalen) worden
ingesteld. Bovendien kan naast de meetwaarde nog een bargraph
worden getoond (alleen beschikbaar bij weergave van een afzonder-
lijke meetwaarde).
In het menupunt "Weergave - opties - helderheid" kan de helderheid
van de achtergrondverlichting worden ingesteld.
In het menupunt "Weergave - opties - contrast" kan het contrast van
het display worden ingesteld.
In het menupunt "Weergave - opties - verlichting" kan de verlichting
op "Constant aan" of "Automatisch uit" (na twee minuten) worden
ingesteld. Bij de instelling "Automatisch uit" wordt de verlichting
gedurende twee minuten ingeschakeld, zodra een willekeurige toets
wordt ingedrukt.
In het menupunt "Weergave - menutaal" kan de gewenste taal worden
ingesteld. De volgende talen staan ter beschikking:
•
Duits
•
Engels
•
Frans
•
Spaans
•
Italiaans
•
Nederlands
7.4.3 Uitgebreide functies
Om variaties in de meetwaarde-aanwijzing bijv. door onrustige
mediumoppervlakken te onderdrukken, kan een integratietijd worden
ingesteld. Deze tijd mag tussen 0 en 999 seconden liggen. Let erop,
dat daarmee echter ook de reactietijd van de meting groter worden en
er op snelle meetwaardeveranderingen vertraagd wordt gereageerd.
In de regel is een tijd van enkele seconden voldoende, om de meet-
waarde-aanwijzing verregaand te stabiliseren.
VEGAMET 862 • 4 ... 20 mA/HART