Endura AZ20 series probe
Combustion oxygen monitor
5.2.2 AutoCal-systeem zonder begrenzers
Een AutoCal-systeem zonder begrenzers wordt als volgt
ingesteld:
1. Maak de aansluitingen voor testgas en referentielucht
zoals beschreven in paragraaf 3.5.2, pagina 9 (externe of
geïntegreerde omvormer).
2. Schakel testgas 1 in en stel de druk in op een nominale
waarde van 1 bar.
3. Controleer bij de omvormer of de parameter Calibrate /
AutoCal Hardware / Hardware Type ingesteld is op
Internal.
4. Open bij de omvormer de klep
volgende te selecteren:
Calibrate / AutoCal Hardware / Valve Manual Control / Test
Gas 1
en op
te drukken om de klep te openen.
Een klein pictogram wordt weergegeven om aan te geven
dat de klep in de stand Open staat:
Kleppictogram
'Open' -stand
5. Stel de druk van Test Gas 1 fijn af op een druk van 1 bar
en stel het debiet op de debietmeter in op 2,2 l/min.
6. Zet het gas uit bij de omvormer door op
en schakel vervolgens Test Gas 1 uit bij de toevoer.
7. Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor testgas 2 (indien
aanwezig).
8. Raadpleeg IM/AZ20E-NL om een kalibratie uit te voeren
wanneer dat nodig is.
IM/AZ20P–NL Rev. G
Test Gas 1
door het
'
'
Kleppictogram
'Gesloten'-stand
te drukken,
5.2.3 Ander systeem met begrenzers dan AutoCal
Een ander systeem met begrenzers dan AutoCal wordt als volgt
ingesteld:
1. Maak de aansluitingen voor testgas en referentielucht
zoals beschreven in paragraaf 3.5.3, pagina 10 (externe of
geïntegreerde omvormer).
Opmerking. De aansluitingen voor testgas 1 en 2
worden verricht bij de externe testgasaansluiting
(TG1) van de sonde en moeten handmatig worden
geschakeld – zie paragraaf 3.5.3 op pagina 10.
2. Schakel testgas 1 in en stel de druk in op 1 bar.
3. Schakel testgas 1 uit bij de toevoer.
4. Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor testgas 2 (indien
aanwezig), sluit de leiding van testgas 2 aan op de externe
TG1-aansluiting van de sonde.
5. Raadpleeg IM/AZ20E-NL om een kalibratie uit te voeren
wanneer dat nodig is.
5.2.4 Ander systeem zonder begrenzers dan
AutoCal-systeem
Een ander systeem zonder begrenzers dan AutoCal wordt als
volgt ingesteld:
1. Maak de aansluitingen voor testgas en referentielucht
zoals beschreven in paragraaf 3.5.3, pagina 10 (externe of
geïntegreerde omvormer).
Opmerking. De aansluitingen voor testgas 1 en 2
worden verricht bij de externe testgasaansluiting
(TG1) van de sonde en moeten handmatig worden
geschakeld – zie paragraaf 3.5.3 op pagina 10.
2. Schakel testgas 1 in, stel de druk in op 1 bar en het debiet
op de debietmeter op 2,2 l/min.
3. Schakel testgas 1 uit bij de toevoer.
4. Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor testgas 2 (indien
aanwezig), sluit de leiding van testgas 2 aan op de externe
TG1-aansluiting van de sonde.
5. Raadpleeg IM/AZ20E-NL om een kalibratie uit te voeren
wanneer dat nodig is.
5 Starten en bediening
27