Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluitingen; Elektrische Veiligheid - ABB Endura AZ20 Series Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Endura AZ20 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Endura AZ20 series probe
Combustion oxygen monitor

4 Aansluitingen

4.1 Elektrische veiligheid

Waarschuwing.
De omvormer is niet uitgerust met een schakelaar.
Daarom moet in overeenstemming met de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften in de uiteindelijke installatie een
onderbrekingsinrichting
stroomonderbreker worden aangebracht. Deze moet
worden
aangebracht
gemakkelijk toegankelijk zijn voor de gebruiker en
duidelijk
worden
onderbrekingsapparaat voor de omvormer – zie
IM/AZ20E–NL.
De sonde moet met lokale aarde worden verbonden
via de externe aardingsaansluiting – zie afb. 4.1.
Elektrische
installatie
overeenstemming zijn met de desbetreffende nationale
en lokale normen.
Onderbreek de stroomtoevoer naar de voeding, het
relais,
enige
andere
regelcircuits en de high common mode-spanning
voordat u aansluitingen aanraakt of tot stand brengt.
De Endura AZ20-kabel biedt op veilige wijze plaats aan
de afgeschermde signaalkabels en de afzonderlijk
afgeschermde verwarmingsdraden van 90 tot 264 V AC.
Gebruik geen andere kabels.
De
apparatuur
is
installatiecategorie II van IEC 61010.
Alle aansluitingen met secundaire circuits moeten zijn
voorzien van isolatie.
Na
installatie
mogen
onderdelen zoals terminals niet langer toegankelijk zijn.
Terminals voor externe circuits zijn alleen bedoeld voor
gebruik met apparatuur zonder onder spanning
staande onderdelen die toegankelijk zijn.
Als de apparatuur wordt gebruikt op een manier die niet
door het bedrijf wordt gespecificeerd, kan dit afbreuk
doen
aan
de
beschermende
apparatuur.
Alle apparatuur die aangesloten is op de klemmen van
de omvormer, moet voldoen aan de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften (IEC 60950, EN601010-1).
IM/AZ20P–NL Rev. G
zoals
een
schakelaar
nabij
het
instrument
en
gemarkeerd
als
het
en
aarding
moeten
onder
spanning
staande
in
overeenstemming
met
onder
spanning
staande
werking
van
de
of
Externe
aardingsaansluiting
in
Afb. 4.1 Externe aardingsaansluiting
Voorzichtig.
Maak aansluitingen alleen zoals afgebeeld.
Houd u te allen tijde aan de milieuvoorschriften.
Controleer of de afdichting en parende contactvlakken
schoon zijn om er zeker van te zijn dat de
milieubeschermende staat gehandhaafd blijft.
Zorg ervoor dat kabelwartels worden aangehaald nadat
de bedrading is aangebracht. Draai de kunststof
kabelwartels niet te vast, om te voorkomen dat hun
afdichtingseigenschappen verloren gaan. Draai met een
geschikte sleutel eerst handvast, en draai vervolgens
1
3
/
tot
/
slag verder.
2
4
Plaats blindpluggen indien nodig.
Inductieve lasten moeten worden onderdrukt of
geklemd om spanningsschommelingen te beperken.
Werking van de uitgangen is programmeerbaar.
4 Aansluitingen
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave