Inhoudsopgave
Advertenties
Endura AZ20 series probe
Combustion oxygen monitor
4.4.5 Ontluchtingsopening
Via de ontluchtingsopening kan de referentielucht ontsnappen
naar de atmosfeer. Als de ontluchtingsopening waarschijnlijk
wordt blootgesteld aan vocht, sluit dan een slang aan op de
ontluchtingsopening en leid deze naar een droog gebied.
Zorg
ervoor
dat
de
ontluchtingsslang, niet verstopt raakt tijdens het gebruik van de
sonde.
Ontluchtingsopening
Afb. 4.7 Ontluchtingsopening
4.4.6 Referentieluchtinlaat
Een toevoer van schone, droge, olievrije lucht is vereist
(bijvoorbeeld vanaf een pomp of filterregelaar – zie bijlage D,
pagina . 36.
Sluit
de
referentieluchtbuis
referentieluchtinlaat – zie afb. 4.8.
Opmerking.
De
toevoer
van
instrumentstandaards zijn – schoon, droog en vrij van
oliedampen en vervuiling door deeltjes; zie de
schema's in paragraaf 3.5.2 en 3.5.3 op pagina 9
en 10.
ABB adviseert om gebruik te maken van de
5 µm / oliescheidingsfilterregelaar voor toevoer van
referentielucht - zie bijlage D, pagina 36.
Indien oliedampen worden vermoed, gebruik dan een
ABB-referentieluchtpomp
referentielucht naar de sonde – zie bijlage D,
pagina 30.
24
ontluchtingsopening,
of
aan
op
de
externe
referentielucht
moet
volgens
voor
toevoer
de
Afb. 4.8 Referentieluchtinlaat
4.4.7 Inline afsluitkleppen
Monteer op andere systemen dan AutoCal, als de testgasleiding
permanent aangesloten is en >10 m vanaf de toevoer ligt,
terugslagkleppen bij de sondekop om te voorkomen dat
rookgas in en uit de testgasleidingen wordt ingeademd.
van
4 Aansluitingen
Externe
referentie-
luchtinlaat
IM/AZ20P–NL Rev. G
Advertenties
Inhoudsopgave
