Maaimessen monteren
1.
Monteer het mes op de as
Belangrijk:
Het gebogen deel van het mes
moet naar de binnenzijde van de maaikast
wijzen om een goede maaikwaliteit te
garanderen.
2.
Monteer de klemring (holle kant naar het mes
toe) en de mesbout
3.
Draai de mesbout vast met 47 tot 88 N·m.
Maaidek horizontaal stellen
Controleer of het maaidek horizontaal staat telkens
wanneer u de maaier installeert of wanneer u een
ongelijke maaiplek in uw gras ziet.
Het maaidek moet op gebogen messen worden
gecontroleerd voorafgaand aan het horizontaal
brengen; eventuele gebogen messen moeten worden
verwijderd en vervangen; zie
messen (bladz. 46)
voordat u verdergaat.
Het maaidek moet eerst aan beide zijden horizontaal
staan en daarna kan de helling van voor naar achteren
worden ingesteld.
Eisen:
•
De machine moet op een egaal vlak staan.
•
Alle banden moeten de juiste spanning hebben,
zie
Bandenspanning controleren (bladz.
Horizontaal brengen van kant naar
kant
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak en schakel de aftakas uit.
2.
Zorg ervoor dat de parkeerrem ingeschakeld is,
zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Zet de maaihoogtehendel in de middelste
positie.
4.
Draai voorzichtig de messen zodat ze evenwijdig
staan
(Figuur 57
(Figuur
54).
(Figuur
54).
Controle op kromme
44).
en
Figuur
58).
Maai-eenheden met 2 messen
1. Maaimessen evenwijdig
2. Vleugel van het mes
Maai-eenheden met 3 messen
1. Maaimessen evenwijdig
2. Vleugel van het mes
5.
Meet tussen de buitenste snijranden en de
vlakke ondergrond
Opmerking:
afstanden groter is dan 5 mm is bijstelling
noodzakelijk; ga verder met de rest van deze
procedure.
6.
Ga naar de linkerkant van de machine.
7.
Draai de borgmoer aan de zijkant los.
8.
Breng de linkerkant van het maaidek omhoog of
omlaag door aan de achterste moer te draaien
(Figuur
59).
Opmerking:
rechtsom om het maaidek omhoog te brengen;
48
Figuur 57
3. Buitenste snijranden
4. Meet hier vanaf het
uiteinde van het mes tot
de vlakke ondergrond.
Figuur 58
3. Buitenste snijranden
4. Meet hier vanaf het
uiteinde van het mes tot
de vlakke ondergrond.
(Figuur 57
en
Figuur
Als het verschil tussen de
Draai de achterste moer
g009682
g005278
58).