1. Veilige zone – hier kunt u
de TimeCutter gebruiken
2. Gebruik een loopmaaier
en/of een handtrimmer
in de buurt van steile
hellingen en water.
VOORZICHTIG
Deze machine stelt de bestuurder bloot aan
geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij
langdurige blootstelling kan dit leiden tot
gehoorbeschadiging.
Draag gehoorbescherming als u deze machine
gebruikt.
Wij adviseren u beschermende uitrusting te gebruiken,
zoals een veiligheidsbril, gehoorbescherming,
veiligheidsschoenen en een helm.
1. Draag een veiligheidsbril
Figuur 8
3. Water
Figuur 9
2. Draag gehoorbescher-
ming
Werking van het veiligheidssys-
teem (interlock)
WAARSCHUWING
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
g027830
machine weer in gebruik neemt.
Het veiligheidssysteem heeft de volgende functies:
•
Voorkomen dat de motor gestart wordt, tenzij het
tractiepedaal in neutraal staat.
•
Automatisch nagaan of de parkeerrem
ingeschakeld is en de aftakas uit bij het starten.
•
De motor stoppen wanneer het tractiepedaal niet
in neutraal staat en u de stoel verlaat.
•
De parkeerrem automatisch inschakelen en de
aftakas uitschakelen wanneer u de stoel verlaat
terwijl het tractiepedaal in neutraal staat.
•
De motor stoppen wanneer de parkeerrem niet
ingeschakeld is en u de stoel verlaat.
Veiligheidssysteem testen
1.
Blijf zitten op de bestuurdersstoel en schakel de
aftakas uit.
2.
Draai het contactsleuteltje naar de stand Start.
Opmerking:
3.
Zet de SmartPark-schakelaar in de stand Uit.
Opmerking:
worden, en het remlicht moet doven.
4.
Terwijl de rem uitgeschakeld is en het
g009027
tractiepedaal in neutraal staat, draait u de
contactschakelaar naar de Start-stand.
Opmerking:
ingeschakeld worden, de motor moet aanslaan,
en het remlicht gaat branden.
5.
Schakel de aftakas in door de messchakelaar
omhoog te trekken.
6.
Zorg ervoor dat het tractiepedaal in neutaal
staat en draai de contactschakelaar naar de
Start-stand.
Opmerking:
worden en de motor moet aanslaan.
22
De starter moet aanslaan.
De rem moet uitgeschakeld
De rem moet automatisch
De aftakas moet uitgeschakeld