Algemene veilig-
heidsinstructies
Uw toestel is in overeenstemming met de normen EN
60950-1 resp. IEC 60950-1 gekeurd en mag alleen op
telefoon- en stroomnetten worden gebruikt die aan deze
normen voldoen. Het faxtoestel is uitsluitend voor ge-
bruik in het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd.
Breng geen instellingen en veranderingen aan die niet
in deze handleiding zijn beschreven.
Toestel opstellen
Het toestel moet veilig en stabiel op een effen oppervlak
staan. Mocht het toestel naar beneden vallen, kan het
worden beschadigd of personen – in het bijzonder klei-
ne kinderen – verwonden. De afstand ten opzichte van
andere toestellen of voorwerpen moet tenminste 15 cen-
timer bedragen. Dit geldt ook voor het gebruik van
extra draadloze telefoons. Zet het toestel niet in de
buurt van radio- en TV-toestellen. Leg alle kabels zo
dat er niemand er over kan vallen, dat zich niemand
kan verwonden of dat het toestel wordt beschadigd.
Klik het deksel van het toestel volledig in wanneer u
het toestel opent. U kunt zich kwetsen wanneer het
deksel dichtvalt terwijl u aan het toestel werkt.
Bescherm het toestel tegen direct zonnelicht, hitte, gro-
te temperatuurverschillen en vochtigheid. Zet het toe-
stel niet in de buurt van de verwarming of de aircon-
ditioning. Let op de informatie in de technische spe-
cificaties
met
betrekking
luchtvochtigheid.
De ruimte waarin het toestel staat moet voldoende
worden verlucht. Het toestel niet toedekken! Plaats het
toestel niet in gesloten kasten of kisten. Plaats het niet
op een zachte ondergrond zoals dekens of tapijten.
Dek de ventilatiesleuf niet toe. Het toestel kan anders
oververhit en in brand geraken.
Wanneer het toestel te warm wordt of wanneer er rook
uit het toestel komt – meteen de netstekker uit het
stopcontact trekken. Laat uw toestel door een techni-
sche servicedienst onderzoeken. Om te vermijden dat
zich een brand uitbreidt, moeten open vlammen uit
de buurt van het toestel worden gehouden.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes aan. Raak de
netstekker, de netaansluiting of de telefoondoos nooit
met natte handen aan.
Er mogen geen vloeistoffen in het toestel geraken. Haal
het toestel van het stroomnet wanneer vloeistoffen of
vreemde deeltjes in het toestel zijn geraakt en laat uw
toestel door een technische servicedienst onderzoeken.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel
omgaan. De verpakkingsfolie mag niet in de handen
van kinderen geraken.
Stroomverzorging
Controleer of de netspanning van uw toestel (type-
plaaatje) overeenkomt met de netspanning die aan de
opstelplaats beschikbaar is. Gebruik alleen maar mee-
geleverde net- en telefoonkabels.
tot
temperatuur
en
Zet uw toestel zo dat het stopcontact gemakkelijk toe-
gankelijk is. Het toestel heeft geen in- en uitschakel-
knop. In noodgeval haalt u uw toestel van de stroom-
voorziening door de netstekker uit te trekken.
Raak nooit de net- of telefoonkabel aan wanneer de
isolatie is beschadigd.
Haal uw toestel van het stroom- of telefoonnet tijdens
een onweer. Is dit niet mogelijk, gebruik dan het toe-
stel niet tijdens een onweer.
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet voor-
aleer het oppervlak te reinigen. Gebruik nooit vloeiba-
re, gasvormige of licht ontvlambare reinigingsmiddelen
(sprays, schurende middelen, politoeren, alcohol).
Reinig het display met een droge, zachte doek. Wan-
neer het display breekt, kan een zwarte bijtende vloei-
stof vrijkomen. Vermijd huid- en oogcontact.
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel
niet; opgeslagen gegevens gaan niet verloren.
Reparaties
Indien er storingen optreden, let dan op de instructies
op het display en op de foutmelding.
Repareer uw toestel niet zelf. Ondeskundig onderhoud
kan tot lichamelijke en materiële schade leiden. Laat
uw toestel uitsluittend door een geautoriseerde service-
dienst repareren.
Verwijder het typeplaatje van uw toestel niet, ander
komt de garantie te vervallen.
Verbruiksmaterialen
Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen. Deze
kunt u bij Belgacom verkrijgen. Andere verbruiksma-
terialen kunnen het toestel beschadigen resp. de levens-
duur beperken.
Verwijder alle verbruiksmaterialen in overeenstemming
met de in uw land geldende voorschriften i.v.m. afval-
verwijdering.
3