9 Telefoonaansluitin-
gen en extra
toestellen
Telefoonaansluitingen en -dien-
sten instellen
Centrales voor nevenaansluitingen
(PABX)
Centrales nevenaansluitingen
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel
wat bedrijven en huishoudens gebruikelijk. U moet een
kentgetal kiezen om via een nevenaansluiting een ver-
binding met het openbare telefoonnet (PSTN) te kun-
nen krijgen.
1 Druk op OK, 96 en OK.
2 Kies met [ of u gebruik wilt maakt van een ne-
venaansluiting.
3 Bevestig met OK.
4 Nevenaansluiting instellen: Voer het kengetal in
waarmee u het openbare telefoonnet bereikt. Dit is
meestal 0.
Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of
uit twee cijfers bestaan. Bij oudere telefoon-
centrales kan het kengetal R (=flash) zijn.
Druk op R om dit kengetal in te voeren.
Mocht de verbinding met het openbare tele-
foonnet niet mogelijk zijn, neem dan contact
op met de aanbieder van uw telefooncentrale.
5 Bevestig met OK.
6 Afsluitend test het toestel de telefoonlijn. Bevestig
met OK.
7 Uw toestel controleert of het een verbinding kan
maken met het openbare telefoonnet. Indien de ver-
binding niet tot stand komt, wordt u gevraagd het
kengetal nog eens in te voeren.
PhoneMail
U kunt niet tegelijkertijd de PhoneMail-functie gebrui-
ken en met uw toestel faxberichten ontvangen. Laat
uw PhoneMail-functie voor uw telefoonaansluiting des-
activeren.
Extra toestellen aansluiten
Extra toestellen
U kunt aan een telefoonaansluiting extra toestellen aan-
sluiten zoals bijvoorbeeld draadloze telefoons, ant-
woordapparaten of modems.
Indien u op dezelfde lijn een draadloos telefoon-
toestel met SMS functie gebruikt dan gebeurt de
ontvangst van een bericht in functie van het toe-
stelnummer (subadres).
Aansluiting aan het toestel
Aansluiting aan het toestel
U kunt extra toestellen direct aan uw toestel aanslui-
ten. Steek de telefoonkabel van het extra toestel in de
EXT-bus (RJ-11-aansluiting) van het toestel.
Externe Geräte anschließen
Serieel aansluiten
Wij bevelen de directe aansluiting aan het toestel
aan omdat de faxschakelaar op die manier opti-
maal functioneert en de extra toestellen kan con-
troleren.
Aansluiting aan de telefoonlijn
Volgorde van aansluiting
Opdat de faxschakelaar zou functioneren, moet het
toestel het eerste in de reeks zijn wanneer u meerdere
toestellen aan dezelfde telefoondoos aansluit. Let op de
juiste volgorde.
Meer dan een telefoondoos
Hebt u meer dan een telefoondoos voor dezelfde
aansluiting dan moet het toestel aan de eerste te-
lefoondoos worden aangesloten.
Extra telefoons gebruiken (Easy-
link)
Easylink
Met de Easylink-functie kunt u met extra telefoons uw
toestel controleren. Extra telefoons moeten daarvoor op
de toonkiesprocedure (DTMF-tonen) ingesteld.
Faxontvangst starten
Wanneer u aan een extra toestel opneemt en hoort dat
u een faxbericht ontvangt (fluittoon of stilte), kunt u
de faxontvangst starten door bij de extra telefoon op
*5 te drukken of bij het toestel op de o-toets te
drukken.
Lijn oproepen
Wanneer u opneemt aan een extra telefoon en het toe-
stel rinkelt verder of het probeert faxberichten te ont-
vangen, kunt u het toestel van de lijn halen. Druk bij
de extra telefoon op **.
Codes wijzigen
Easylink-codes
Verander de codes alleen maar wanneer het ab-
soluut noodzakelijk is. De codes moeten met *
of # beginnen en mogen niet identiek zijn.
1 Druk op OK, 54 en OK.
2 Voer de nieuwe code voor het starten van de
faxontvangst in.
3 Bevestig met OK.
23