NAVIGATIE
Informatiekaarten in het
navigatiesysteem*
Alle pictogrammen op de kaart, zoals bestem-
mingen, deelbestemmingen en favorieten, heb-
ben een informatiekaart die wordt geopend door
op het pictogram te drukken.
Bij het aantikken van de informatiekaart ver-
schijnt eerst een kleine kaart en bij nogmaals
aantikken verschijnt een grotere kaart met meer
gegevens. De gegevens en opties op de informa-
tiekaart zijn afhankelijk van het type pictogram.
Met bijvoorbeeld een gemarkeerde nuttige plaats
2
(POI
) kan de bestuurder onder meer kiezen
voor:
Navigatie starten
– de positie wordt opge-
•
slagen als bestemming
Als routepnt toevoegen
•
opgeslagen als deelbestemming (alleen
getoond als een bestemming is ingevoerd)
Opslaan
– de positie wordt opgeslagen in
•
de bibliotheek
Uit reisweg verwijderen
•
verwijderd als deze onderdeel is van het reis-
plan
Nabijgelegen POI
– weergave van nuttige
•
plaatsen rond de locatie van de auto
Point of Interest
2
6
Gerelateerde informatie
Reisplan (p. 16)
•
Bestemming invoeren via nuttige plaats
•
(p. 13)
Nuttige plaatsen langs de route weergeven
•
(p. 18)
– de positie wordt
– de positie wordt
Navigatiesysteem* op het
middendisplay
Het navigatiesysteem is op meerdere manieren
te presenteren en te bedienen, bijv. via het mid-
dendisplay.
Alle instellingen voor het navigatiesysteem zijn via
het middendisplay te verrichten. Hier kunt u de
* Optie/accessoire.