NAVIGATIE
Navigatiesysteem* activeren en
deactiveren
Het navigatiesysteem wordt bij het openen van
het bestuurdersportier automatisch geactiveerd
en pas weer gedeactiveerd, wanneer de
bestuurder uitstapt en de auto vergrendelt.
Navigatie activeren
Deelscherm voor navigatiesysteem
Homeknop
4
Open de kaartweergave op het middendisplay
door op het bovenste deelscherm (1) op het
startscherm te tikken.
Als het deelscherm voor het navigatiesysteem
niet op het middendisplay verschijnt, tik dan een-
maal kort op de homeknop (2) en vervolgens op
het deelscherm voor het navigatiesysteem (1).
Daarna wordt de kaart van het actuele gebied
weergegeven, waarop de auto wordt aangeduid
met een blauwe driehoek.
Tik op dit symbool om de kaart-
weergave over de volle breedte
van het middendisplay te bekij-
ken.
WAARSCHUWING
Denk aan het volgende:
Richt al uw aandacht op de weg en con-
•
centreer u volledig op het rijden.
Neem de geldende verkeersregels in acht
•
en rijd voorzichtig.
Vanwege bijv. weersomstandigheden of
•
het jaargetijde kunnen bepaalde aanbe-
velingen voor de route minder betrouw-
baar zijn.
Navigatie deactiveren
Het navigatiesysteem is niet uit te schakelen,
maar blijft altijd op de achtergrond doorwerken.
Het wordt pas uitgeschakeld wanneer u de auto
verlaat en vergrendelt.
N.B.
Het navigatiesysteem is ook met uitgescha-
kelde motor toegankelijk. Bij een te lage
accuspanning wordt het systeem uitgescha-
keld.
Gerelateerde informatie
Navigatiesysteem* op het middendisplay
•
(p. 6)
•
Navigatiesysteem* op het bestuurdersdisplay
(p. 8)
Navigatiesysteem* op head-updisplay*
•
(p. 9)
Stembediening navigatiesysteem* (p. 9)
•
Symbolen en knoppen in navigatiesysteem*
•
(p. 5)
* Optie/accessoire.